20146 |
kraamverzorgster |
vroedvrouw:
vroedvrouw (P120p Alken)
|
Moderne, niet gediplomeerde verpleegster; benaming voor de vrouw die gedurende een aantal dagen na de bevalling moeder en kind verzorgd? [ZND 46 (1946)]
III-2-2
|
32621 |
kraan van de metalen gierton |
kraan:
krǭǝ.n (P120p Alken),
kr˙ān (P120p Alken)
|
De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.]
I-1
|
26555 |
kraangaten |
koter:
kutǝr (P120p Alken)
|
De twee gaten opzij in de molensteen waarin pinnen bevestigd kunnen worden die door de steenogen aan de onderzijde van de steenbeugels worden gestoken. [Vds 160; Jan 185; Coe 150; Grof 178]
II-3
|
17918 |
krabben |
kretsen:
kretsen (P120p Alken),
schrobben:
schrobben (P120p Alken)
|
Met een krabber of andere hulpmiddelen de geweekte varkensharen verwijderen. Door het krabben wordt een zeer dun laagje van de opperhuid eveneens verwijderd. [N 28, 27; monogr.] || Zijn hoofd krabben tegen de jeuk (dabben, kretsen, kratsen). [N 109 (2001)]
II-1, III-1-2
|
25404 |
krabber |
moel:
moel (P120p Alken)
|
Een meestal kegelvormig metalen werktuig met scherpe onderrand waarmee men de geweekte varkensharen verwijdert. Aan de bovenkant van de krabber bevindt zich een haak waarmee men de na het krabben achtergebleven lange haren uittrekt of de nagels afrukt. Omdat men een krabber vaak zelf maakt of laat maken van restanten van ander, niet meer bruikbaar gereedschap (bv. het blad van een schoffel) komen allerlei vormen voor. Voor het mes waarmee men de geweekte ha-ren en opperhuid van het varken verwijdert zie men het lemma ''mes''. Zie afb. 6. [N 28, 28a; N 28, 36; monogr.]
II-1
|
21340 |
kramer |
kramer:
iemand die met een kraam op de markten staat
kramer (P120p Alken)
|
Kramer. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
25034 |
krassen |
verschrompen:
ps. boven de # staat nog een ~; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.
verschroͅmpə (P120p Alken)
|
krassen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
ook in ZND 28, 048
kreft (P120p Alken)
|
kreeft [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
18107 |
krentenbaard |
baardziekte:
baardziekte (P120p Alken)
|
Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
20707 |
krentenbrood |
krentenbrood:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krēntəbrood (P120p Alken)
|
krentenbrood [ZND 28 (1938)]
III-2-3
|