25706 |
moutmolen |
molen:
mø̜jlǝ (P120p Alken)
|
De molen waarin het mout wordt fijngemaakt. De invuller uit L 325 merkt op dat het hier ging om een molen met walsen. Zie afb. 4. [N 35, 7; N 35, 15, monogr.]
II-2
|
25704 |
moutpoetsmachine |
dégermeuse:
dēžǝrmø̜js (P120p Alken)
|
Het apparaat waarmee geëeste graan van kiemen en onzuiverheden wordt ontdaan. Volgens de zegsman uit L 210 werden de kiemen er vroeger met de voeten afgetrapt. De invuller uit L 331 merkt op dat er voor het ontkiemen vroeger een moutmolen werd gebruikt, terwijl men tegenwoordig met een ontkiemer werkt. Daarnaast gebruikt men een moutpoets om het mout schoon te maken. Zie de semantische toelichting bij het lemma ''poetsen''.' [N 35, 6; N 35, 14; monogr.]
II-2
|
25686 |
moutschop |
schoep:
sxup (P120p Alken)
|
De holle, houten schop met een lange steel die wordt gehanteerd om het kiemende graan te keren. In L 210 wordt de schop ook op de eest gebruik. Zie afb. 2. [N 35, 22; N 35, 11; monogr.]
II-2
|
25681 |
moutvloer |
vloer:
vlȳǝr (P120p Alken)
|
De vloer waarop het geweekte brouwgraan tot ontkieming komen. [N 35, 3; N 35, 23; monogr.]
II-2
|
18264 |
mouw |
mouw:
mouw, i mouwke (P120p Alken),
moəu, moəke (P120p Alken),
twie mouwe (P120p Alken),
twie moəwe (P120p Alken)
|
een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)]
III-1-3
|
26662 |
mud |
mud:
mø̜t (P120p Alken
[(50 kg)]
)
|
Inhoudsmaat, thans 1 hl. [N O, Grof 289; N O, 38o]
II-3
|
33767 |
muil |
muil:
mø̜̄u̯l (P120p Alken)
|
Zie afbeelding 2.9. [JG 1a, 1b]
I-9
|
26147 |
muilband |
snuitband:
snǭǝ.t˱bānt (P120p Alken)
|
Brede, ijzeren band om het uiteinde van de naaf die voorkomt dat er aarde en modder op het aseinde terechtkomt. De muilband heeft soms een rechthoekig uitgekapte opening die afgedekt wordt met een klepje. Door de opening kan men de luns uit de as trekken zodat het wiel van de as kan worden verwijderd, bijvoorbeeld wanneer de as gesmeerd moet worden. Zie ook afb. 214. [N G, 43c; N 17, 60a; JG 1a; JG 1b; Vld.; div.]
II-11
|
17872 |
muilpeer |
kaakslag:
kaəkslaəg (P120p Alken)
|
hoe heet een slag op de kaak ? Geef aan welke woorden gemeenzaam of plat zijn. [ZND 36 (1941)]
III-1-2
|
17663 |
muis van de hand |
muis:
muis van de hand (P120p Alken)
|
Muis van de hand: het onderste, vlezige deel van de duim (schenk). [N 109 (2001)]
III-1-1
|