e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
erwtensoep erwtensoep: Verklw. ertesöpke  ertesop (Altweert) erwtensoep III-2-3
eten (ww.) bikken: bargoens Ich bîn zoeë dao, ieërst mót ich nog effe bikke  bikke (Altweert) eten III-2-3
etensresten klitsklatsjes: uitsluitend mv. uitsluitend verklw.  klitskletskes (Altweert), knauwelen: Aetj di-j knoûwel zellef mer op  knoûwele (Altweert) etensrestjes III-2-3
familie familie: femiêlie (Altweert) familie III-2-2
fatsoenlijk ordentelijk: ordêntelik (Altweert) fatsoenlijk III-1-4
fauteuil fauteuil: fōtøͅi̯ (Altweert) fauteuil, gemakkelijke stoel III-2-1
fazant fazant: fezânt (Altweert) fazant III-4-1
fluweel, velours fluweel: flǝwiǝl (Altweert), velours: flūr (Altweert) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fokbeer fokbeer: fokbīǝr (Altweert) Mannelijk varken waarmee men fokt. [N 76, 9; N 19, 7; monogr.] I-12
framboos flamboos: flamboeës (Altweert), framboos: framboeës (Altweert) framboos I-7