e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
metselaar metser: mɛtsǝr (Altweert) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metselen metsen: mɛtsǝ (Altweert) Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.] II-9
meubelstuk, meubel meubel: myəbəl (Altweert) meubel III-2-1
miauwen kermauwen: klaaglijk miauwen  kermawwe (Altweert) miauwen III-2-1
middagmaal middageten: middagēten (Altweert) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: middag [ZND 18G (1935)] III-2-3
mier aamzeiksel: aomzeiksel (Altweert) mier III-4-2
mijt mijt: miêt (Altweert) mijt III-4-2
mist, nevel (alg.) mot: moêt (Altweert), nevel: Opm. is minder dichte mist dan moêt.  naevel (Altweert) mist, nevel III-4-4
misten, nevelig zijn dompen: doômpe (Altweert) misten III-4-4
moeder mam: mam (Altweert), moeder: moôder (Altweert) moeder III-2-2