e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweert

Overzicht

Gevonden: 1278
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
petroleumlamp belgische lamp: beͅ.lzə la.mp (Altweert), blaker: blōͅkər (Altweert) grote, hangende petroleumlamp vanaf de zolder. Ze kon d.m.v. gewichten hoger of lager worden gesteld. || petroleumlamp III-2-1
peuk koetje: koetje (Altweert) sigarettenpeuk III-2-3
peul, dop (znw) schaalerwt: mv.  schaalerte (Altweert) peulen I-7
peulen, doppen (ww.) keveren: keevere (Altweert) doppen v erwten I-7
piekeren dubben: döbbe (Altweert), prakkedenken: prakkedînke (Altweert), prakkiseren: prakkezieëre (Altweert) nadenken, piekeren, dubben || piekeren, dubben III-1-4
pijp lots: Dae rouktj ¯n lóts met zwaore tebak: hij rookt zware pijptabak Dae luiptj d¯n hieëlen daag met di-j lóts in zien moel  lóts (Altweert), pijp: Verklw. piêpke ¯n Aerde piêp  piêp (Altweert) pijp III-2-3
pijpensteel pijpenroertje: uitsluitend verklw.  piêpe-reurke (Altweert) voorstuk van pijp III-2-3
pijpenstrootje bunt: beentj (Altweert), smele: om pijpen schoon te maken  smeeliej (Altweert) buntgras III-4-3
pimpelmees blauwmees: blawmees (Altweert) pimpelmees III-4-1
pinksterbloem lievevrouwebeertje: leevevrouwebieërke (Altweert) pinksterbloem III-4-3