e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweerterheide

Overzicht

Gevonden: 1206
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inmaakpot moeston: mōston (Altweerterheide), roompot: roͅu̯mpoͅt (Altweerterheide) grote aarden inmaakpot || zuurkoolvat III-2-1
inschenken inschudden: Schötj ¯r mich nog mer eînen in  inschödde (Altweerterheide), schudden: Hae schödje-n-¯m um wi-j niks  schödde (Altweerterheide) inschenken || inschenken, uitgieten, schudden III-2-3
introuwen introuwen: als jong echtpaar bij familie gaan inwonen  introuwe (Altweerterheide) introuwen III-2-2
inzouten inzouten: Voordat er werd geweckt, werden etenswaren ingezouten zoals: vlees, koolsoorten ("zoôrmoos"), snijbonen  inzaote (Altweerterheide), zouten: Gezaote hieëring: zouten haring  zaote (Altweerterheide) inzouten || zouten III-2-3
jaloers pikantig: perkântig (Altweerterheide) jaloers, afgunstig III-1-4
janken joenkeren: zacht janken ve hond  jônkere (Altweerterheide) janken III-2-1
jenever foezel: foezel (Altweerterheide), jenever: Verklw. sjnaeverke  sjenaever (Altweerterheide), klare: klaore (Altweerterheide) jenever || slechte jenever III-2-3
jeneverbes wachel: mv. juniperus communis  wachele (Altweerterheide) jeneverbessen III-4-3
jeugd, jongelieden jonge jongens: jóng jônges (Altweerterheide) jongelui III-2-2
jong en kaal vogeltje blootkek: nog zonder veren  bloeëtkek (Altweerterheide), kek: naakt vogeljong  kek (Altweerterheide) nestvogel || vogeljong III-4-1