e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweerterheide

Overzicht

Gevonden: 1206
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
linnen, linnengoed lijnen: linǝ (Altweerterheide), lijwand: li.vǝntj (Altweerterheide) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
linnenkast lijnwaadkast: lī.vəntjkast (Altweerterheide) linnenkast III-2-1
lisdodde duivelskauw: duûvelskaw (Altweerterheide) lisdodde III-4-3
loot, nieuw uitgelopen twijgje loot: loeët (Altweerterheide) loot, ent III-4-3
lork lariks: lârks (Altweerterheide) larix III-4-3
lui lui: luî-j (Altweerterheide) lui III-1-4
luid schreien beuken: bäöke (Altweerterheide), brullen: brulle (Altweerterheide), toeten: toête (Altweerterheide), zumpen: zûmpe (Altweerterheide) hard huilen || hevig huilen || luid huilen III-1-4
luiermand kindskorf: kenskø̜rǝf (Altweerterheide) Uit witte wissen of buffwissen vervaardigde wasmand voor kinderkleertjes, en dan met name voor luiers. [N 40, 107; N 40, 108; monogr.] II-12
luilak bedpongel: betpôngel (Altweerterheide), lapzwans: lapzwâns (Altweerterheide) grote luierik, nietsnut || luilak III-1-4
lusten lusten: Lözjen ouch ¯ne appel Ze lözjet neet: ze blieft ¯t niet  löste (Altweerterheide) lusten III-2-3