e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweerterheide

Overzicht

Gevonden: 1206
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mens mens: zowel voor man als vrouw  mins (Altweerterheide) mens III-2-2
merel smeerling: smaerling (Altweerterheide) merel III-4-1
mes mes: mɛs (Altweerterheide) mes III-2-1
mes voor pannenkoeken koekmes: kōkmɛs (Altweerterheide) niet scherp, plat, dun gebogen mes om pannenkoeken los te steken die een weinig aangebakken waren in de pan III-2-1
mestkever paardsworm: paerswôrrem (Altweerterheide) mestkever III-4-2
met opgeheven staart rondlopen biezen: bezǝ (Altweerterheide) [N 3A, 9a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
met tussenpozen regenen bijzen: bieze (Altweerterheide) af en toe wat regenen III-4-4
metselaar metser: mɛtsǝr (Altweerterheide) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metselen metsen: mɛtsǝ (Altweerterheide) Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.] II-9
meubelstuk, meubel meubel: myəbəl (Altweerterheide) meubel III-2-1