e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Altweerterheide

Overzicht

Gevonden: 1206
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tapuit vindersfeep: vendersfeêp (Altweerterheide), wijntemper: ondergebracht zowel onder "tapuit"als onder "gekraagde roodstaart  wiêntêmper (Altweerterheide) tapuit || tapuit, gekraagde roodstaart III-4-1
tarwebrood tarwemik: Têrvemik Mikkevluuëtje: kneedtrogje voor brood krîntemik: krentenbrood Verklw. mikske  têrvemik (Altweerterheide) witbrood en tarwebrood III-2-3
tasten vingeren: vēŋǝrǝ (Altweerterheide) Met de hand voelen of de kip op het punt staat te gaan leggen. [N 19, 52; monogr.] I-12
teek teek: taek (Altweerterheide) teek III-4-2
theezeefje zijertje: zei̯ərkə (Altweerterheide) zeefje III-2-1
thuis aan huis: ān hū.s (Altweerterheide, ... ), thuis: tū.s (Altweerterheide) thuis III-2-1
tieretein tieretein: tērtɛj (Altweerterheide) Geweven stof met een linnen ketting en een wollen inslag (Van Dale, pag. 2912). [N 62, 98; N 62, 93a; N 62, 97; MW; monogr.] II-7
tjiftjaf ovenmannetje: oeëvemen’ke (Altweerterheide) tjiftjaf III-4-1
toilet boutkeet: boͅu̯tkīt (Altweerterheide), huisje: hy(3)̄skə (Altweerterheide), ty(3)̄skə (Altweerterheide), schijthuis: sxī.thū.s (Altweerterheide) toilet, w.c. || w.c., toilet III-2-1
tomaat tomaat: temaat’ (Altweerterheide) tomaat I-7