e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koestal koestal: kō[stal] (Amby), kōi̯[stal] (Amby), stal: [stal] (Amby) De stal bestemd voor het rundvee. Soms zijn er voor ouder vee en kalveren aparte stalruimten. Meestal zijn de koestal en de kalverstal in één ruimte, die in zijn geheel "de koestal" wordt genoemd. Men kan de koestal echter ook opvatten als dat deel van de stal waar de koeien staan. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 33; N 5, 105g; JG 1a en 1b; A 10, 9a; L 38, 24; R (s] I-6
koets koets: kutš (Amby) Vierwielig rijtuig met een vierkante gesloten kast voor een klein aantal personen. De kast hangt in riemen of rust op veren. De koetsier heeft een aparte bok. De koets is een van de meest bekende rijtuigen, vandaar dat "koets" ook vaak als algemene benaming voor het vierwielig rijtuig gebruikt wordt. [N 17, 5; N 101, 1-13; N G, 51; L 28, 24; L 36, 70; L A, 288; L 1a-m; S 18; Wi 18; Gi 3,IB; monogr] I-13
koets (alg.) koets: koetsch (Amby), kouts (Amby) koets [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-3-1
koffie koffie: koffe (Amby) koffie [SGV (1914)] III-2-3
koffiedik grozelen: groozele (Amby), koffiedras: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  koffedras (Amby) koffiedik [SGV (1914)], [ZND 01u (1924)] III-2-3
koken (intr.) koken: koke (Amby), koken (Amby), kookə (Amby), kóókə (Amby) koken [DC 03 (1934)], [RND], [ZND 04 (1924)] III-2-3
kom bak: bak (Amby, ... ), kom: koͅm (Amby), komp: komp (Amby, ... ) een kom, twee kommen (rond en diep) [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] || kom [SGV (1914)] III-2-1
komen komen: komme (Amby), kōmə (Amby) komen [RND], [SGV (1914)] III-1-2
komen kijken naar de slacht helpers (zn.mv.): helpers (Amby) het komen kijken naar de slacht [VC 26 (1961)] III-3-2
komisch komiek: komiek (Amby) lachwekkend omdat de tegenstelling tussen het gepretendeerde en het werkelijke doorzien wordt [komisch, vies] [N 85 (1981)] III-1-4