e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met snelheid over iets heen vliegen snorren: schnö:re (Amby) vliegen: Met snelheid over iets heen ~ (snoeken). [N 84 (1981)] III-1-2
met tegenzin met tegenzin: mēt teegenzin (Amby) tegen heug en meug [ZND 01 (1922)] III-1-4
met tussenpozen regenen zeveren: zeivere (Amby) af en toe regenen [veuren] [N 81 (1980)] III-4-4
metselaar metselaar: mętsǝlē̜r (Amby), mɛtsǝlē̜r (Amby) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metselen metselen: mɛtsǝlǝ (Amby) Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.] II-9
metworst braadworst: broodwoorsch (Amby) metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)] III-2-3
miauwen mauwen: mawwe (Amby) Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)] III-2-1
middag (s middags) middag: midig (Amby) middag [RND] III-4-4
middagdutje middagdutje: middigdutsche (Amby), middagslaapje: middigsleupke (Amby), ungeren (zn.): ungere (Amby) middagdutje [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || middagdutje doen (dutten). [N 84 (1981)] III-1-2
middagdutje doen middagslaapje doen: e middigsleupke doen (Amby), ungeren (ww.): ungere (Amby) een middagdutje doen [ZND 01 (1922)] || middagdutje [een ~ doen] [SGV (1914)] III-1-2