| 34521 |
nestei |
nestei:
nęsęi̯ (Q102p Amby)
|
Een nestei is het ei dat men bij het wegnemen van de eieren van de kippen in het nest laat liggen, opdat er andere bij gelegd worden. Soms gebruikt men een ei van kalk, porcelein of gips, soms een vuil ei. [S 25; monogr.]
I-12
|
| 17608 |
neus |
neus:
naas (Q102p Amby, ...
Q102p Amby,
Q102p Amby,
Q102p Amby),
ná:s (Q102p Amby)
|
neus [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || Neus (mann. of vr.), een fijn neusje. [ZND 05 (1924)] || Zijn neus snuiten. [ZND 07 (1924)]
III-1-1
|
| 17613 |
neusvleugel |
neusvleugel:
naasvleugel (Q102p Amby)
|
neusvleugel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 20482 |
nicht |
nice-je:
nische (Q102p Amby),
nĭĕsche (Q102p Amby),
neen
nissche (Q102p Amby),
nicht:
neen
nich (Q102p Amby)
|
nicht [ZND 11 (1925)] || nicht; Bestaan er verschillende woorden voor de verschillende soorten van nichten (kinderen van ooms en tantes, kinderen van broers en zusters, achternichten?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 18094 |
niersteen |
niersteen:
neerschtein (Q102p Amby)
|
Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 18801 |
niet helder van geest |
onnozel:
onnūūzel (Q102p Amby)
|
niet helder van geest, zwak van geest [dutselachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 18220 |
niet passen |
niet goed zitten:
neet good zitte (Q102p Amby),
niet passen:
neet passe (Q102p Amby)
|
niet passen, gezegd van kledingstukken [pronsen, bolderen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 18921 |
nietsnut |
leegloper:
leigluiper (Q102p Amby),
niksnutter:
niksnötter (Q102p Amby)
|
een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 25172 |
nieuwe maan |
donkere maan:
donkere moan (Q102p Amby),
nieuwe maan:
nujje maon (Q102p Amby)
|
maan [donkere ~] [SGV (1914)] || schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
neujaor (Q102p Amby)
|
Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|