e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op bedevaart gaan bedevaart gaan: beivert goan (Amby) Bedevaren. [ZND 01 (1922)] III-3-3
op de loop gaan bijzen: bi-jze (Amby), op de loop gaan: op de luip goon (Amby), oppe luip goan (Amby) op de loop gaan [SGV (1914)] || op den loop gaan [ZND 01 (1922)] || vluchten: Op de loop gaan (biezen, vluchten, vlieden). [N 84 (1981)] III-1-2
op een rij zetten op rij zetten: op rij zette (Amby), rijen: rijjje (Amby) op een rij zetten [hagen] [N 91 (1982)] III-4-4
op oppers zetten, opperen op huisten leggen: ǫp [huisten] lɛgǝ (Amby) Het bijeenwerken in de grootste soort hooihopen, oppers, die in het veld en direct op de grond, worden gemaakt; ze kunnen wel tot 3 meter hoog worden opgezet. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de opper, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van ø...ŋ verwezen naar de woordtypen van het lemma ''opper''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''opper''.' [N 14, 111; JG 1a, 1b; monogr.] I-3
op reis gaan op reis zijn: op reis zeen (Amby) op reis gegaan zijn [te mantij zijn] [N 90 (1982)] III-3-1
op rijen zetten reken: rēkǝ (Amby) Het uitgespreide gras dat de eerste droging heeft ondergaan bijeenwerken tot rijen of langwerpige heuveltjes. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is steeds: hooi of gras. Wanneer het resultaat van de handeling, i.c. de rij, in het woordtype voorkomt, wordt steeds door middel van (...) verwezen naar de woordtypen van het lemma ''rij, wiers''. Om de vergelijking te vergemakkelijken is in dit lemma dezelfde volgorde van woordtypen of afleidingen daarvan aangehouden als in het lemma ''rij, wiers''. Achter in het lemma staan dan de werkwoorden bijeen die geen formeel verband met de benamingen voor de rij hebben. De kaart bevat de denominatieven van de heteroniemen voor rij, wiers en de werkwoordelijke uitdrukkingen met die heteroniemen, ook geordend zoals in het lemma ''rij, wiers''. [N 14, 100; JG 1b, 1c, 2c; A 10, 18; L 38, 36; monogr.] I-3
op stelten lopen op stelten lopen: de jonges laupe op stelten (Amby), op stelte loupe (Amby) De jongens lopen op stelten (stok met voetplankje). [ZND 07 (1924)] || stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)] III-3-2
opbrengst opbrengst: opbrings (Amby) dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)] III-3-1
openbare weg steenweg: schteiweeg (Amby) een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)] III-3-1
opereren opereren: opperēēre (Amby) Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)] III-1-2