33042 |
polsband |
polsband:
polsband (Q102p Amby)
|
Stoffen lus, die bij het werk om de pols wordt gedaan. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 en afbeelding 5.
I-4
|
24431 |
pompen van de meikever |
tellen:
tèlle (Q102p Amby)
|
Hoe noemt u het herhaalde malen de vleugels bewegen voordat hij opvliegt, gezegd van een meikever (geld tellen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21520 |
ponjaard |
ponjaard (<fr.):
ponjerd (Q102p Amby)
|
Ponjaard. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
21170 |
ponton |
pontonbrug:
pontonbrög (Q102p Amby)
|
een drijvende brug (ponton) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20458 |
pooier |
pooier:
pooier (Q102p Amby)
|
iemand die leeft van de verdiensten van een prostituée, voor wie hij als beschermer optreedt [pooier] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19474 |
pook |
kachelijzer:
kaxəlīzər (Q102p Amby),
stovenijzer:
stōͅvənīzər (Q102p Amby),
štōvənīzər (Q102p Amby)
|
pook [SGV (1914)] || pook (gebogen ijzer om het vuur aan te porren, Fr. tisonnier) [ZND 05 (1924)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pōrt (Q102p Amby)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
24490 |
populier (alg.) |
canadas:
cannedas (Q102p Amby),
popelaar:
populèèr (Q102p Amby)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || populier [SGV (1914)]
III-4-3
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
portefeuj (Q102p Amby)
|
de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
fakteur (Q102p Amby),
post:
poͅs (Q102p Amby),
postbode:
posbode (Q102p Amby)
|
de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND]
III-3-1
|