21248 |
schipper |
schipper:
šipər (Q102p Amby)
|
schipper [RND]
III-3-1
|
18923 |
schipperen |
schipperen:
schippere (Q102p Amby)
|
naar omstandigheden handelen, niet aan zijn beginsels vasthouden, maar alles rustig in het werk stellen om een oplossing te vinden [busselen, schipperen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25045 |
schitteren |
schitteren:
schittere (Q102p Amby)
|
een sterk, beweeglijk licht verspreiden zodat het pijn doet aan de ogen [schitteren, glariën] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18272 |
schoen: algemeen |
schoen:
scheun (Q102p Amby),
sjoon (Q102p Amby)
|
een schoen [ZND 06 (1924)] || schoen [SGV (1914)]
III-1-3
|
18303 |
schoenen (mv.) |
schoenen (mv.):
scheun (Q102p Amby),
hoege en liege
schoon (Q102p Amby, ...
Q102p Amby)
|
Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] || schoenen (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
18394 |
schoensmeer |
wiks:
wiks (Q102p Amby, ...
Q102p Amby)
|
schoensmeer (blink) [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)]
III-1-3, III-2-1
|
18185 |
schoenveter |
rijgstaartel:
riestartel (Q102p Amby)
|
Nestel (van den schoen; fr. lacet). [ZND 05 (1924)]
III-1-3
|
17964 |
schokschouderen |
schokschouderen:
schokschouwere (Q102p Amby)
|
schokschouderen [SGV (1914)]
III-1-2
|
20649 |
schol |
schol:
sch wordt op zn duits uitgesproken
schol (Q102p Amby),
scholletje:
vroeger op de kermis
schölke(s) (Q102p Amby)
|
bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] || Hoe noemt u de schol: een platvis die tot 70cm lang kan worden. Hij heeft een rij benige uitsteeksels tussen het oog en de nabije borstvin. Op het lichaam komen mooie oranje vlekken op een grijsbruine ondergrond voor (plaat, pladijs, schol, schar) [N 83 (1981)]
III-2-3
|
22371 |
schommel |
schokkel:
n sjokkel (Q102p Amby),
schokkel (Q102p Amby),
de kk met een enigszins neusklank uitspreken
schokkel (Q102p Amby, ...
Q102p Amby)
|
Hoe noemt men het hier afgebeelde kinderspeelgoed, bestaande uit een touw dat, aan een balk of een boom tak gebonden, in een bocht naar beneden hangt, waarin kinderen graag heen en weer zweven? [DC 19 (1951)] || schommel [SGV (1914)] || Schommel. [ZND 14 (1926)] || Soms is in de bocht van het touw een plankje of een bak bevestigd, waarop of waarin het kind zit. Noemt men deze vorm van het speelgoed misschien met een andere naam als de onder a getekende? [DC 19 (1951)]
III-3-2
|