e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spade, spitschop graafschup: grāf[schup] (Amby), schup: šø̜p (Amby) Een schop met een vlak blad, dat min of meer in het verlengde van de steel geplaatst is. Deze schop wordt gebezigd voor het omspitten van de wendakkerhoeken, een lapje grond, de tuin e.d. Al naar gelang de streek en de ervaring is het blad van de spade hartvormig, trapeziumvormig of rechthoekig. Voor het tweede lid van de varianten van samenstellingen zie men het simplex schup verderop in het lemma. [N 11A, 147; N 18, 1 + 2 + 5 + 14; JG 1a + lb; L 7, 15; L 42, 40; Wi 5; Gwn 8, 2; GV, K 7; monogr.; div.] I-1
spanne spar: sparre (Amby) Een spanne (wat men met de hand overspannen kan, b.v. bij het knikkerspel). [ZND 07 (1924)] III-3-2
spar den: den (Amby) De spar (i.h.b. de fijnspar, zilverspar) (spar, mast). [N 82 (1981)] III-4-3
sparen sparen: schpare (Amby) bewaren, niets opmaken, om zijn bezit te vergroten [sparen, muiken] [N 89 (1982)] III-3-1
spatader ader: aor (Amby), spatader: schpataore (Amby), schpatöjer (Amby) spatader [SGV (1914)] || spatader (uitpuilende ader aan been, Fr. varice) [ZND 07 (1924)] || Spatader: plaatselijk uitgezette ader met dikke blauwachtige knobbels; blijvende uitzettting van een ader vooral in de benen (spat, ader, spatader, puilader, aderspat). [N 84 (1981)] III-1-2
spatten springen: springe (Amby) in of als kleine deeltjes op- of wegspringen, gezegd van vloeibare zaken [spatten, spiertsen, spinten, spetten, drasjken] [N 91 (1982)] III-4-4
speculeren speculeren: schpikkelere (Amby) kopen, verkopen of wachten met kopen of verkopen in de verwachting winst te maken door stijging of daling van prijzen [lippen, speculeren] [N 89 (1982)] III-3-1
speeksel spij: schpei (Amby), spīj (Amby) speeksel [ZND 07 (1924)] || Speeksel: het mondvocht, afscheiding van bepaalde klieren in de mond (smurrie, tuf, spuw, speek, jodevet, speeksel). [N 84 (1981)] III-1-1
speeksel uitspuwen spijen: schpeijen (Amby), ṣpɛ.ijə (Amby) (speeksel uit)spuwen [RND] || spuwen [SGV (1914)] III-1-1
speelplaats speelplaats: schpeelplaats (Amby) de plaats voor of bij de school waar de leerlingen voor of na de schooltijd en tijdens de pauzes verblijven [cour, speelplaats] [N 90 (1982)] III-3-1