21438 |
toeslag |
opgeld:
opgeld (Q102p Amby)
|
het geld wat men voor kosten boven de koopprijs moet betalen op een veiling [onraad, ongeld, kavelgeld, herengeld, beugelgeld, toeslag] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
19663 |
toilet |
huisje:
huiske (Q102p Amby)
|
gemak (w.c.) [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
21380 |
tol betalen |
barrier (<fr.) betalen:
bareer betalen (Q102p Amby)
|
tol betalen [SGV (1914)]
III-3-1
|
21215 |
tolboom |
barrier (<fr.):
bereer (Q102p Amby)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21381 |
tolgaarder |
barrierman:
bareer man (Q102p Amby)
|
tolgaarder [SGV (1914)]
III-3-1
|
17859 |
tollen |
dollen:
dölle (Q102p Amby)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17727 |
tonen |
laten zien:
laote zeen (Q102p Amby),
tonen:
tuine (Q102p Amby)
|
tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17620 |
tong |
blad:
blaad (Q102p Amby),
tong:
tong (Q102p Amby, ...
Q102p Amby)
|
tong [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
32056 |
toogpin |
pin:
pen (Q102p Amby)
|
De dunne, houten pin die in de pen-en-gatverbinding wordt geslagen, om de twee delen definitief met elkaar te verbinden. Zie ook afb. 142. [N 54, 38b; N 54, 64g; A 32, 9; monogr.]
II-12
|
21382 |
toonbank |
winkelbank:
winkelbank (Q102p Amby)
|
toonbank [SGV (1914)]
III-3-1
|