e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amby

Overzicht

Gevonden: 3110
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeden uitbroeden: ōētbreu-je (Amby) ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)] III-1-4
broeden, op eieren zitten broeden: brø̄i̯ǝ (Amby), brø̄i̯ǝn (Amby) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren kloek: kluk (Amby), klok: klǫk (Amby) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeder broeder: broor (Amby, ... ), brōr (Amby), en geit nao schoal bei de broedersch (Amby) broeder [SGV (1914)] || Broeder. [ZND 01 (1922)], [ZND 11 (1925)] || Broeder: hij gaat naar school bij de broeders. [ZND 05 (1924)] III-3-3
broederschap broederschap: brooderschap (Amby) broederschap [SGV (1914)] III-3-3
broeibak broeibak: breubak (Amby) [SGV (1914)] I-7
broek: algemeen broek: brook (Amby, ... ), er heel z⁄n brook op met enne leire reem (Amby), onderscheid tussen brook en klepbroek  brook (Amby) broek [ZND 01 (1922)] || broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] || Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)] III-1-3
broekland, moeras maai: maoi (Amby), moeras: moeras (Amby), Opm. v.d. invuller: toonloze e.  meras (Amby) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broeksriem riem: er heel z⁄n brook op met enne leire reem (Amby) Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] III-1-3
broer broeder: broeder (Amby), broer: broor (Amby, ... ), brōōr (Amby), 1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1  broer (Amby), broor (Amby), bróér (Amby) broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broeder (familielid) [ZND 01 (1922)] || broeder; dat is zijn broeder [ZND 08 (1925)] || broer [DC 03 (1934)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2