18144 |
gebrekkig |
gebrekkig:
gebrekkig (Q102p Amby)
|
gebrekkig [SGV (1914)]
III-1-2
|
21320 |
gebrekkig spreken |
stotteren:
stotteren (Q102p Amby)
|
getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)]
III-3-1
|
22436 |
gebruik |
gebruik:
gebruuk (Q102p Amby, ...
Q102p Amby)
|
gebruik [SGV (1914)] || Gebruik. [ZND 01 (1922)]
III-3-2
|
22830 |
gebruiken met nieuwjaar |
nieuwjaarsschieten:
Hendrikx.
nuijôârsjeete (Q102p Amby)
|
Nieuwjaarsschieten: de mannelijke jeugd loste pistoolschoten bij de woningen van huwbare meisjes. [ZND 10 (1925)]
III-3-2
|
21492 |
geburen |
naburen:
naobersch (Q102p Amby)
|
alle buren samen [geburen, gebuur] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19249 |
gedachtenis |
nagedachte:
noagedachte (Q102p Amby)
|
nagedachte [SGV (1914)]
III-1-4
|
19248 |
gedenken; gedachtenis |
denken aan:
deenke aan (Q102p Amby)
|
terugdenkend aan overleden personen op bepaalde data [gedenken, geheugen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19256 |
gedupeerd |
geleverd:
geleverd (Q102p Amby)
|
veel nadeel of hinder van een of andere daad of woorden ondervindend [gezien, geleverd, gepluimd] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18916 |
gedwee |
gedwee:
gedwee (Q102p Amby),
slof:
schlof (Q102p Amby),
("o"als kom).
schlob (Q102p Amby)
|
blijken van onderworpenheid tonend, zonder nadenken opdrachten uitvoerend [gewillig, braaf, gedwee, gemakkelijk, goed, zacht] [N 85 (1981)] || gedwee [SGV (1914)]
III-1-4
|
18098 |
geelzucht |
geel verf:
geil verref (Q102p Amby),
geïl verf (Q102p Amby),
gèèlverf (Q102p Amby)
|
de geelzucht [ZND 01 (1922)] || geelzucht [SGV (1914)] || Geelzucht: ziekte die zich uiterlijk kenmerkt door de gele kleur die de huid aanneemt ten gevolge van de opneming der galkleurstof in het bloed (galzucht, galziekte, geluw, gele verf, geelverf, verf, geelaard, gele ziekte). [N 84 (1981)]
III-1-2
|