33655 |
akkergrens, grensvoor |
gescheid (zelfst.nw.):
gǝsxęi̯t (L244c America),
voor:
[voor] (L244c America)
|
De grens tussen twee afzonderlijke akkers in de vorm van een diepe voor die met de ploeg getrokken wordt. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen øvoorŋ resp. øvoordŋ het lemma ɛploegvoorɛ (wld I.1, blz. 105-106).' [N 11, 56; N 11A, 120; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; L B2, 268; L 24, 27; L 41, 24; monogr.]
I-8
|
23195 |
allerheiligen |
allerheiligen:
ps. boven de beide as staan nog ?s; deze combinatieletters kan ik niet in zn geheel maken!
aalerhè:lege (L244c America)
|
Allerheiligen. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
23196 |
allerzielen |
allerzielen:
ps. boven de beide as staan nog ?s; deze combinatieletters kan ik niet in zn geheel maken!
aalerzeele (L244c America)
|
Allerzielen. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
33260 |
andere oude klaversoorten |
hopklaver:
hǫp[klaver] (L244c America)
|
In dit lemma staan de niet in de andere lemmaɛs met behandelde klaversoorten bijeen. Vergelijk de behandeling van het materiaal voor vraag N 14, 82, "oude grassoorten" in aflevering I.3. Enkele soorten kunnen worden geïdentificerd; hopklaver is de Medicago lupulina L.; rolklaver (en rolklee) is de Lotus corniculatus L.; bastaardklee is de Trifolium hybridum L.; honingklee is de Melilotus Miller; luzerne of luzerneklee is de Medicago sativa L. Bij ɛstoppelkleeɛ (L 330): "tegelijk met het graan gezaaide klaver die na het maaien van het graan tussen de stoppels opschiet". Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.; add. uit A 60A, 14]
I-5
|
33621 |
anjelier |
flet:
flet (L244c America)
|
[DC 17 (1949)]
I-7
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
violet:
-
flet (L244c America)
|
tuinanjer [DC 17 (1949)]
III-2-1
|
20638 |
appelbol |
appelenbol:
Syst. Eykman
ápələboͅl (L244c America),
zomerbroodje:
Syst. Eykman
zø̄mərbry(3)̄.tjə (L244c America)
|
Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20698 |
appelmoes |
appelenmoes:
Syst. Eykman
ápələmos (L244c America)
|
Appelmoes (appelpommee?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20744 |
appeltaart |
appelentaart:
Syst. Eykman
ápələtārt (L244c America)
|
Appeltaart (tartepom?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33100 |
aren lezen |
zomeren:
zø̄mǝrǝ (L244c America)
|
Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2]
I-4
|