e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=America

Overzicht

Gevonden: 1253
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
liturgisch vaatwerk kelken: kelken (America) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] III-3-3
liturgische gewaden priesterkleren: priesterklier (America) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3
lof lof: ət luf (America) het lof [RND] III-3-3
lomp paard karhengst: karhęŋs (America) [JG 1a; N 8, 62h] I-9
loops loops: ly.əps (America) loops, geslachtsdriftig ve teef [N C (1962)] III-2-1
losse paal met draad varen: vǭrǝ (America) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8
losse voerbak voor runderen koebak: kuu̯bak (America) Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.] I-6
lui (lieden) mensen: mīnsə (America), mî.nsə (America) mensen [RND] || volk [RND] III-3-1
luiden luiden: luuje (America) Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] III-3-3
luns luns: lyns (America) Metalen spie die door een gat in het uiteinde van de wagenas wordt gestoken om te verhinderen dat het wiel van de as kan afdraaien. Zie ook afb. 216. [N G, 50c; N 17, 63; JG 1a; JG 1b; Wi 13, add.; L 39, 22, add.; div.] II-11