24973 |
leeg, niets bevattend |
leeg:
lèg (Q038p Amstenrade)
|
leeg (ijdel, ijl, laas) [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
23465 |
lei(en) |
lei(en):
lij, lije (Q038p Amstenrade)
|
Een lei, de leien op het dak van de kerk [laj, lajje?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19535 |
lemmer |
het scherp:
hét schèrp (Q038p Amstenrade)
|
snijblad van een mes (lemmer, lemmet) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
25627 |
leng |
schimmelen:
(het brood) šymǝlt (Q038p Amstenrade),
vemen:
vē̜mt (Q038p Amstenrade)
|
Leng is een ziekte in het brood veroorzaakt door de "lengbacil". De leng openbaart zich allereerst door een onaangename zoete geur tezamen met een verkleuring en kleverig worden van de kruim van het brood (Schoep blz. 117). Werkt de leng door dan wordt de verkleuring groter, de kruim wordt kleveriger en de geur wordt zeer onaaangenaam. Breekt men het brood door, dan ziet men bruine kleverige draden tussen de afgebroken delen. Het brood is dan niet voor consumptie geschikt. Bij normale omstandigheden van vocht en temperatuur kan de leng-bacil zich niet ontwikkelen. In de zomermaanden is het ontstaan van leng het meest voor de hand liggend. Zo snel mogelijke afkoeling van het brood en het bewaren op een koele luchtige plaats bestrijdt doelmatig het euvel van de leng (Schoep blz. 147). Het lemma bestaat uit verschillende grammaticale categorieën. [N 29, 72; N 29, 68a; monogr.]
II-1
|
17558 |
lenig |
slap:
sjlap (Q038p Amstenrade)
|
Gebruikt men bij u een woord als zwak in de zin van lenig, buigzaam? Zo ja, hoe is dan de uitspraak? [DC 43 (1968)]
III-1-1
|
24895 |
lente, voorjaar |
vroegjaar:
vreugjoar (Q038p Amstenrade)
|
lente [DC 39 (1965)]
III-4-4
|
19553 |
lepel |
lepel:
leepel (Q038p Amstenrade)
|
lepel in het algemeen (lepel, lippel, leeper) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19556 |
lepelrek |
lepelrek:
leepelrèk (Q038p Amstenrade)
|
rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)]
III-2-1
|
18340 |
leren beenkap |
gamasche:
kamasje (Q038p Amstenrade)
|
lederen beenkappen [kemasse, kamasje] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19125 |
leugen |
leugen:
lūūgə (Q038p Amstenrade)
|
een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|