e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opper berm: bɛrǝm (Amstenrade), huist: hūs (Amstenrade), hūst (Amstenrade) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
oppoken rakelen: rǭkǝlǝ (Amstenrade) Het vuur oppoken. [N 29, 8a; OB 2, 2b; monogr.] II-1
oprecht rechtuit: réchôêt (Amstenrade) alles bedoelend zoals gezegd wordt, welmenend [rechtzinnig, oprecht] [N 85 (1981)] III-1-4
opscheppen stuiten: Van Dale: III. stuiten, (gew.) pochen, bluffen, snoeven, opsnijden.  sjtūūtə (Amstenrade, ... ) zich op iets beroemen, hoog van iets opgeven, groot spreken [blozen, blazen, schochten, stoefen, mensen, zwetsen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
opschuiven opschuiven: ópsjūūvə (Amstenrade) Opschuiven: in een zijwaartse richting schuiven om plaats te maken (opschikken, schavielen, opschuiven). [N 84 (1981)] III-1-2
opspelen opspelen: òpsjpîêlə (Amstenrade) zeer boos uitvallen [sjamfoeteren, opspelen] [N 85 (1981)] III-1-4
optillen oplichten: òpløXtə (Amstenrade), ópluchtə (Amstenrade) (Op)heffen, tillen: in de hoogte heffen (beuren, heffen, tillen, lichten). [N 84 (1981)] || optillen [RND] III-1-2
opzitten opzitten: WBD/WLD  opzittə (Amstenrade) Hoe noemt u op de achterste poten zitten met opgeheven voorpoten, gezegd van een hond (bidden, lezen) [N 83 (1981)] III-2-1
orgel orgel: órgel (Amstenrade) Het orgel [het/de orgel, örgel, ölger, orjel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
orgelpijpen orgelpijpen: órgelpīēpe (Amstenrade) De pijpen van het orgel [örgelpiepe, orrejelspiefe?]. [N 96A (1989)] III-3-3