e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannenlap panlapje: panlèpkes (Amstenrade) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1
pantoffel pantoffel: pantoefel (Amstenrade), pantoefele (Amstenrade) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
pap pap: pap (Amstenrade) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3
paraplu paraplu: parrepluuj (Amstenrade) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
parelen borrelen: bòrrələ (Amstenrade) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
parfum parfum: pàrfum (Amstenrade) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
passen goed passen: goot pàssə (Amstenrade) nauwkeurig sluiten, goed staan, gezegd van kleding [passen] [N 86 (1981)] III-1-3
pastoor pastoor (<lat.): pəsjtu.ər (Amstenrade) pastoor [RND] III-3-3
pater pater (lat.): pa:tər (Amstenrade) pater [RND] III-3-3
peetoom peter: pēͅtər (Amstenrade), peternonk: pēͅtərnoͅŋk (Amstenrade) peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2