e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schil van een vrucht schil: WBD\\WLD  sjél (Amstenrade) De zachte huid van een vrucht (schil, schel, pel). [N 82 (1981)] I-7
schilmesje, aardappelmesje schilmetsje: schèlmètske (Amstenrade) mes waarmee aardappelen worden geschild [N 20 (zj)] III-2-1
schip schip: šiəp (Amstenrade) schip [RND] III-3-1
schipper schipper: šipər (Amstenrade) schipper [RND] III-3-1
schoen: algemeen schoen: sjoon (Amstenrade) schoen [skoewn, schoe, sjoe, schoon, sjoon] [N 24 (1964)] III-1-3
schoenen (mv.) schoenen (mv.): vroeger waren er alleen hoge schoenen, later leëg schoon en hoog schoon  schoon (Amstenrade) Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)] III-1-3
schoenlepel schoentrekker: sjoontrekker (Amstenrade) schoenlepel [schoontrekker] [N 24 (1964)] III-1-3
schoenveter schoensriem: sjoonsreem (Amstenrade) schoenveter [rijgsnoer, (rij)reem, sjoonsreim, riereem, riesjtartel, nistel, rienastel, raajnagel, rijnassel, rijgnestel, rijgenast] [N 24 (1964)] III-1-3
schoepen stropen: sjtr"pə (Amstenrade) Met een groep jongens door het veld, de bossen trekken met kwaad in de zin [schupen]. [N 88 (1982)] III-3-2
schol schol: WBD/WLD  sjòl (Amstenrade) Hoe noemt u de schol: een platvis die tot 70cm lang kan worden. Hij heeft een rij benige uitsteeksels tussen het oog en de nabije borstvin. Op het lichaam komen mooie oranje vlekken op een grijsbruine ondergrond voor (plaat, pladijs, schol, schar) [N 83 (1981)] III-2-3