18353 |
halfhoge knoopschoen? |
laarsje:
lĕèrskes (Q038p Amstenrade)
|
damesschoenen, halfhoge ~ met knopen opzij [leerskes] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18651 |
halfhoge pet met opstaand bovenstuk |
halve zijden:
hauve zieje (Q038p Amstenrade)
|
pet met opstaand cylindervormig bovenstuk: het halfhoge model {afb} [lage zeje] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
17627 |
hals |
haus:
haus (Q038p Amstenrade)
|
hals [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18236 |
halssnoer |
ketting:
kétting (Q038p Amstenrade)
|
aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
25225 |
halve maan, eerste kwartier |
eerste kwartier:
îêsjtə kərteer (Q038p Amstenrade)
|
schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25219 |
halve maan, laatste kwartier |
laatste kwartier:
létstə kərteer (Q038p Amstenrade)
|
schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17659 |
hand |
hand:
hand (Q038p Amstenrade)
|
hand [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18906 |
handig |
handig:
hénjich (Q038p Amstenrade)
|
goed met de handen terecht kunnend; gemakkelijk en snel iets met de handen kunnen maaken [handig, mieg, erg, snel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18256 |
handschoen |
haas:
héjse (Q038p Amstenrade)
|
handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33040 |
handvat van de zicht |
handhaaf:
hantǝf (Q038p Amstenrade)
|
De steel van de zicht bestaat uit één stuk hout. Het bovenste deel ervan is scherp gebogen. Dit deel dient als handvat waarmee men de zicht hanteert. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 en afbeelding 5. Vergelijk de lemma''s over de handvatten aan de steel van de zeis (3.2.4 - 3.2.7) in aflevering I.3. In de volgende plaatsen werd hetzelfde antwoord gegeven als voor "steel" (zie het lemma ''steel van de zicht'', 4.3.2): K 278, L 164, 288a, 296, 314, 320, 327, 330, 378, 381, 381b, 422, 426, 429, 431, P 175, Q 14, 15, 33, 71, 90, 93, 96, 99, 121, 197, 198b, 201, 207.' [N 18, 70b; JG 1a, 1b; A 14, 9; L 45, 9; monogr.]
I-4
|