| 18230 |
klomp |
klomp:
kloemp (Q038p Amstenrade),
klomp (Q038p Amstenrade),
klompe (Q038p Amstenrade),
klòmp (Q038p Amstenrade),
klómp (Q038p Amstenrade)
|
Hoe noemt men de hiernaast afgebeelde houten voetbekleedsels ? (klompen) [DC 15 (1947)] || Hoe noemt mn een enkele van deze voetbekleedsels ? [DC 15 (1947)] || In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)]
II-12, III-1-3
|
| 18245 |
klompschoen |
houtschoen:
hautsjoon (Q038p Amstenrade),
klomp met riemen:
klompe mèt rijme (Q038p Amstenrade)
|
Hoe noemt men deze voetbekleedsels, indien het bovengedeelte op de voet niet van hout, maar van leer is gemaakt ? [DC 15 (1947)] || klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 17921 |
knellen |
knellen:
knèllə (Q038p Amstenrade)
|
Knellen: stijf drukken zodat daardoor een striem ontstaat (knellen, knijpen, duwen, wringen, klemmen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 18174 |
knellen, gezegd van schoenen |
knellen:
knéllə (Q038p Amstenrade)
|
drukken en daardoor pijn veroorzaken, gezegd van schoenen die te klein zijn [knellen, klemmen, drukken] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
| 24186 |
kneu |
sijsje:
sieske (Q038p Amstenrade)
|
Hoe heet de kneu? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
| 21058 |
kneuzen |
blutsen:
WBD\\WLD
blötsjə (Q038p Amstenrade)
|
Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 17677 |
knie |
knie:
knei (Q038p Amstenrade),
knɛ.ij (Q038p Amstenrade)
|
knie [DC 01 (1931)], [RND]
III-1-1
|
| 17678 |
knieholte |
hees:
heës (Q038p Amstenrade)
|
knieholte [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 23369 |
knielbankje |
kniebankje:
knijbengske (Q038p Amstenrade)
|
Het knielbankje van de kerkbank. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 18874 |
kniezen |
zich beklagen:
zich bəkláágə (Q038p Amstenrade)
|
een knagend verdriet hebben en zichzelf daarvoor als ongelukkig beklagen [treuren, kniezen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|