e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klomp klomp: kloemp (Amstenrade), klomp (Amstenrade), klompe (Amstenrade), klòmp (Amstenrade), klómp (Amstenrade) Hoe noemt men de hiernaast afgebeelde houten voetbekleedsels ? (klompen) [DC 15 (1947)] || Hoe noemt mn een enkele van deze voetbekleedsels ? [DC 15 (1947)] || In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)] II-12, III-1-3
klompschoen houtschoen: hautsjoon (Amstenrade), klomp met riemen: klompe mèt rijme (Amstenrade) Hoe noemt men deze voetbekleedsels, indien het bovengedeelte op de voet niet van hout, maar van leer is gemaakt ? [DC 15 (1947)] || klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)] III-1-3
knellen knellen: knèllə (Amstenrade) Knellen: stijf drukken zodat daardoor een striem ontstaat (knellen, knijpen, duwen, wringen, klemmen). [N 84 (1981)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen knellen: knéllə (Amstenrade) drukken en daardoor pijn veroorzaken, gezegd van schoenen die te klein zijn [knellen, klemmen, drukken] [N 86 (1981)] III-1-3
kneu sijsje: sieske (Amstenrade) Hoe heet de kneu? [DC 06 (1938)] III-4-1
kneuzen blutsen: WBD\\WLD  blötsjə (Amstenrade) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
knie knie: knei (Amstenrade), knɛ.ij (Amstenrade) knie [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
knieholte hees: heës (Amstenrade) knieholte [DC 01 (1931)] III-1-1
knielbankje kniebankje: knijbengske (Amstenrade) Het knielbankje van de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
kniezen zich beklagen: zich bəkláágə (Amstenrade) een knagend verdriet hebben en zichzelf daarvoor als ongelukkig beklagen [treuren, kniezen] [N 85 (1981)] III-1-4