25088 |
roest |
roest:
roes (L250p Arcen)
|
roest [SGV (1914)]
III-4-4
|
25084 |
roesten |
roesten:
roeste (L250p Arcen)
|
roesten [SGV (1914)]
III-4-4
|
19410 |
roet |
roet:
root (L250p Arcen)
|
Het rookzwart dat onder een ketel vastzit (zoet, zwart, roet, kroos) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21363 |
roezemoezen |
roezemoezen:
Van Dale: roezemoezen, 1. leven, geraas, getier maken; -2. (gew.) een dof, gonzend geluid maken; -3. met bedrijvige drukte en stommelend geluid allerlei kleine bezigheden verrichten, rommelen, scharrelen.
roezemoeze (L250p Arcen)
|
roezemoezen [SGV (1914)]
III-3-1
|
32976 |
rogge |
rog(ge):
rǫk (L250p Arcen)
|
Secale cereale L. Tot in de jaren vijftig het meest geteelde graangewas in Limburg, met uitzondering van Haspengouw, waar tarwe de meest verbouwde graansoort was. Men zaait ongeveer 170 kg rogge per hectare. Het koren-gebied in dit lemma wijkt aanzienlijk af van dat in het lemma ''graan, koren'' (1.2.1); vergelijk de kaarten die bij de lemma''s getekend zijn. Zie voor de benaming koren en voor de fonetische documentatie van het woord [koren] in het gebied waar ''koren'' zowel de algemene benaming alsook de benaming van de rogge is, het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, a. [JG 1a, 1b; L 34, 55b; L lijst graangewassen, 6; S 30; Wi 52; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
20760 |
roggebrood |
roggebrood:
roggebróèd (L250p Arcen)
|
roggebrood [DC 35 (1963)]
III-2-3
|
32940 |
rol gevouwen hooi op de kar |
kopslaag:
kǫpslǭx (L250p Arcen
[(op de hoeken)]
)
|
De goed neergelegde hoeveelheid hooi op de kar. [A 34, 5b; add. uit N 14, 120]
I-3
|
32834 |
rollen |
wellen:
wɛlǝ (L250p Arcen)
|
Het land bewerken met de rol, met de rol over het land gaan. In dit lemma zijn ook enige termen ondergebracht, die het rollen met een bepaald doel, resp. een tweetal manieren van rollen naar de richting betreffen. Voor het (...)-gedeelte van de varianten daarvan zij verwezen naar het simplex wellen aan het be-gin. [JG 1a + 1b; N 11, 87; N 11A, 187a + b + c + 189a; N P, 20 add.; monogr.]
I-2
|
20705 |
rond wittebrood |
plats:
plats (L250p Arcen)
|
rond brood, gebakken van bloem [N 29 (1967)]
III-2-3
|