e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

Gevonden: 2266
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doffer, mannelijke duif doffer: doffer (Arcen), duiverik: dŭŭfferik (Arcen) duif, mannetje [ZND 18 (1935)] || mannetjesduif [SGV (1914)] III-4-1
dolle kervel kervel: kęrvǝl (Arcen) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
donderen hommelen: hŏŏmmele (Arcen) donderen [SGV (1914)] III-4-4
donderkruid stoeben: -  stoeben (Arcen) donderkruid [DC 46 (1971)] III-4-3
donderx hommel: hŏŏmmel (Arcen) donder [SGV (1914)] III-4-4
donker bier donkerzoet: donkerzoet (Arcen), oud bruin: oud bruin (Arcen) Bier dat gebrouwen is uit donkere mout. Volgens de invuller uit Q 99 had dit bier een alcoholpercentage van 3,5 procent. [N 35, 96; monogr.] II-2
donker, duisterx duister: duuster (Arcen, ... ) donker [donkel, duuster, domp] [N 06 (1960)] III-4-4
dood (bn.) dood: doeed (Arcen), dooət (Arcen), dôêt (Arcen) dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
doodskist kist: kies (Arcen, ... ) doodskist; hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd [DC 23 (1953)] || Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [DC 23 (1953)] III-2-2, III-3-3
doodskleed doodsmantel: dodsmantel (Arcen) doodskleren; hadden ze een bijzondere naam? [VC 30 (1964)] III-2-2