e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L250p plaats=Arcen

Overzicht

Gevonden: 2266
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draaien draaien: drejĕ (Arcen), drèje (Arcen), keren: kiere (Arcen) draaien [DC 02 (1932)] || keren [SGV (1914)] III-1-2
draaihek poort: pōrt (Arcen) Een hek dat op scharnieren of haken draait aan de ingang van een wei, gemaakt van prikkeldraad of houten latten. [N 14, 68a; N M, 5; A 25, 5d; L B 19, 6; monogr.] I-8
dragen dragen: drage (Arcen), drá:ge (Arcen) dragen [DC 02 (1932)] III-1-2
dreef dreef: drēēf (Arcen) dreef [SGV (1914)] III-3-1
driftig driftig: driftig (Arcen), hortig: hortig (Arcen) driftig [SGV (1914)] III-1-4
drijftol tol: tōl (Arcen), de "o"is lang  tôl (Arcen) drijftol [SGV (1914)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)] III-3-2
drinkbak voor de kippen drinkensbak: dreŋkǝs˱bak (Arcen) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6
drinken drinken: drinke (Arcen) drinken [DC 03 (1934)] III-2-3
drinkglas glas: glās (Arcen), schopje: sxøͅpkə (Arcen) drinkglas [RND] III-2-1
drinkkuil in de wei drink: dreŋk (Arcen) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8