e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Arcen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slangen slangen: slangen (Arcen) Jong bier naar de legerruimte overbrengen. [N 35, 79; monogr.] II-2
slecht mens, slechte kerel galgenaas: galgenoas (Arcen) galgenaas [SGV (1914)] III-1-4
slechtgehumeurd (zijn) gemelijk: gieəmelik (Arcen) gemelijk [SGV (1914)] III-1-4
slee slee: slei (Arcen) slede [SGV (1914)] III-3-2
sleedoorn sleedoorn: -  slie dör (Arcen) sleedoorn struik [DC 56 (1981)] III-4-3
sleepruim sleen: -  slienen (Arcen) sleedoorn vrucht [DC 56 (1981)] III-4-3
slepen slepen: sleipe (Arcen), slęi̯pǝ (Arcen) De in dit lemma bijeengebrachte termen betreffen het bewerken van de akker met een sleep, om de grond gelijk te trekken, aardkluiten te verbrijzelen of fijn zaad in de grond te werken, alsmede het slepen van weiland, om mestplakken en molshopen te verbreiden en/of gestrooide mest over de grasmat uit te strijken. Hoe de hieronder voorkomende vormen ''eg'' + ''eg'' en ''eggen'' + ''eggen'' verstaan moeten worden, is aangegeven in de lemmata ''eg'' en ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 81 + 85; N 11A, 173c + 180; S 33; L 6, 66; div.; monogr.] || slepen (ww) [SGV (1914)] I-2, III-1-2
sleutel sleutel: sleutəl (Arcen) Een voorwerp dat dient om deuren die op slot zijn, te openen(sleutel, sleuter, smet) [N 79 (1979)] III-2-1
sleutelbloem tamme sleutelbloem: -  tâme sleutelbloom (Arcen), wilde sleutelbloem: -  wilde sleutelbloom (Arcen) sleutelbloem, gekweekt (Primula) [DC 24 (1953)] || sleutelbloem, wild [DC 24 (1953)] III-4-3
sleutelbos bos sleutels: boes sleutels (Arcen), sleutelring: sleutelring (Arcen), mit sleutels  sleutelrink (Arcen) Sleutelbos (afbeelding) [DC 14 (1946)] III-2-1