24464 |
admiraalsvlinder |
ummervlinder:
ummervlinder (?) (L250p Arcen)
|
admiraal of atalantavlinder [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
34247 |
afgeroomde melk |
centrifugemelk:
sɛntǝrfȳsmɛlk (L250p Arcen),
fugemelk:
fȳsmɛlk (L250p Arcen)
|
De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.]
I-11
|
21429 |
afkijken |
afkijken:
aafkieken (L250p Arcen)
|
afschrijven; Bij een buurman of buurvrouw kijken? [DC 48 (1973)]
III-3-1
|
20473 |
afkomst |
afkomst:
āfkoms (L250p Arcen)
|
afkomst [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33733 |
afrastering van wei |
gelint:
gǝlent (L250p Arcen)
|
Kunstmatige omheining, doorgaans een afrastering van met draad verbonden palen. [N 14, 62; S 11; Gwn 16, 11; A 25, 8; N 11, 8 add.; monogr.]
I-8
|
19872 |
afrikaantje |
afrikaantje:
-
afrikaantjes (L250p Arcen),
stinker:
-
stinkers (L250p Arcen)
|
Afrikaantje (tagetes patula). De bladeren zijn samengesteld en tevens ovaal. De bloemkorfjes staan op zeer verdikte stelen. Het zijn lage plantjes, welke vaak gebruikt worden voor randen en mozaïek-perken. De bloemen zijn donkergeel, meest met bruin gekle [DC 54 (1979)]
III-2-1
|
34245 |
afromen |
afromen:
ɛfrymǝn (L250p Arcen)
|
De room van de melk scheppen. Men kon de room van de melk scheiden door met een houten latje de room tegen te houden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden roomschotel wegvloeide. Een andere methode was de melk overgieten of aflaten in een andere kruik of emmer, terwijl men de aan de oppervlakte gevormde room tegenhield door blazen. Een modernere manier van scheiden van room en melk gebeurde met de melkmachine of centrifuge. [A 23, 3; Lu 1, 3; JG 1a, 1b, 1d; Vld.; monogr.]
I-11
|
25803 |
afschuimen |
afhalen:
afhalen (L250p Arcen)
|
De gist afscheppen met behulp van een schuimlepel. [N 35, 69; N 35, 71]
II-2
|
33031 |
aftrekken, uitwinnen |
uithalen:
uthālǝ (L250p Arcen)
|
Na het inkappen rolt de maaier met de mathaak de halmen samen en haalt ze naar zich toe. Het is de "tweede fase" van de zichtbehandeling. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en bij het lemma ''afleggen'' (4.4.3) bij het maaien met de zeis. [N 15, 16g; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 23, 16.2; L 48, 34.2; Lu 2, 34.2; monogr.; add. uit N 15, 16i]
I-4
|
21383 |
aftroggelen |
troggelen:
troggele (L250p Arcen)
|
troggelen (af~) [SGV (1914)]
III-3-1
|