22664 |
fanfare |
fanfare:
fanfaar (L417p As),
fomfaar (L417p As)
|
een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek] [N 112 (2006)] || Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
19670 |
fauteuil |
clubzetel:
kløp˃zēͅtəl (L417p As),
vaste zetel:
vastə zēͅtəl (L417p As)
|
fauteuil [N 56 (1973)]
III-2-1
|
22431 |
feest |
feest:
fiest (L417p As)
|
De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22444 |
feest van sinter-greef |
halfvasten:
haufvaste (L417p As)
|
Het feest van Sinter-Greef (half vasten) [grevin, greve, miknem]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22432 |
feesten |
feesten:
fieste (L417p As),
fieëste (L417p As),
vieren:
vere (L417p As)
|
een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren] [N 112 (2006)] || Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21127 |
fiets |
fiets:
fiets (L417p As)
|
fiets [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
21138 |
fietsen |
fietsen:
fĭĕtse (L417p As)
|
op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
28392 |
fijnkool |
fijne kool:
fejnǝ kǭl (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits])
|
Steenkolen met een afmeting kleiner dan 10 mm. [N 95, 463]
II-5
|
18121 |
fijt |
fijt:
fi-jt (L417p As)
|
nagelontsteking: De ontsteking van a) heeft ook het beenvlees van een vingerkootje aangetast; fijt (zwart, daal, vijt, fijt, fijk, fiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20511 |
filet, haas |
harst:
bij varken
hàrst (L417p As)
|
lendestuk; Hoe noemt U: Lendestuk, ossehaas (ossehaas, harst, osseharst, runderharst, filet) [N 80 (1980)]
III-2-3
|