e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
getuige getuige: geti-jge (As), getiege (As) de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-2-2, III-3-1
getuige zijn getuigen: geti-jge (As) getuige zijn bij een huwelijk [getuigen zijn, bronken] [N 87 (1981)] III-2-2
getuigen een verklaring afleggen: [overgeheveld van lm. getuige, geen begrip getuigen in N 90, RK]  verklaoring aaflegge (As), getuigen: getiegen (As) getuigen [ZND 01 (1922)] || iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)] III-3-1
getuigenis getuigenis: geti-jgenis (As) de verklaring die men als getuige aflegt over een persoon of een zaak [toon, getuige, getuigenis] [N 90 (1982)] III-3-1
gevallen engelen duivels: dievels (As) De gevallen engelen. [N 96D (1989)] III-3-3
gevangenis cachot (<fr.): Van Dale: cachot (&lt;Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.  kəsjòt (As), doos: Van Dale: I. doos, 5. gevangenis.  dōēs (As), gevangenis: gevangenis (As), prison (<fr.): Van Dale: prison (&lt;Fr.), (gew.) gevangenis.  presong (As), pérsóng (As) de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [ZND 01 (1922)] III-3-1
gevel faèade: fasaat (As), voorgevel: viêrgevel (As) gevel aan de voorzijde van een woning || voorgevel van een woning III-2-1
gevoelig (zijn) gevoelig: geveelig (As), gəvēlig (As), teergevoelig: tīērgəvēlig (As), week: wèjk (As) gevoelig [ZND 01 (1922)] || Gevoelig: vatbaar voor, reagerend op gewaarwordingen bijv. pijn (gevoelig). [N 84 (1981)] III-1-1
gevoelloos (zijn) geen gevoel: déé héét gèjn gevēēl in z`n pèns (As), ongevoelig: óngəvēling (As), zonder gevoel: zónner gəveel (As) Gevoelloos: geen gevoel hebben, geen pijn voelen (dood, gevoelloos). [N 84 (1981)] III-1-1
gewas gewas: gǝwas (As) Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.] I-4