e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heerbroer heerbroer: hiërbroor (As) heerbroer [ZND 11 (1925)] III-2-2
heerneef heerneef: hiënèèf (As) heerneef [ZND 11 (1925)] III-2-2
heeroom heernonk: hiërnonk (As) heeroom [ZND 11 (1925)] III-2-2
heerszuchtig dominant: dominant (As), heerszuchtig: héérszuchtig (As) een sterke neiging tot heersen of overheersen hebbend [heerzaam, heerzuchtig] [N 85 (1981)] III-1-4
hees, schor hees: heis (As), heisch (As) hees [ZND 01 (1922)] || hij is hees (zijn stem is weg) [ZND 26 (1937)] III-1-2
heet lopen heet lopen: hęj.t lø̜j.pǝ (As) Het heet lopen van de molen als gevolg van het feit dat zich bijvoorbeeld tijdens het malen geen graan tussen de molenstenen bevindt, de stenen bot zijn of het graan niet droog genoeg is. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛleeglopenɛ.' [N O, 36e; Vds 117; Jan 262; Coe 144; Grof 169] II-3
hefboom hefboom: hø̜f˱bø̜j.m (As), hout: hø̜j.t (As) Hefboom waarmee de sluis omhoog wordt getrokken wanneer het sluisijzer voorzien is van gaten. Zie ook afb. 68 en de toelichting bij het lemma ɛsluisijzerɛ.' [Vds 46; Jan 41; Coe 27; Grof 61] II-3
hefboom van de spanrol hefboom: hø̜f˱bø̜j.m (As) De hefboom waarmee men de spanrol van het luiwerk van watermolens kan verplaatsen. [Jan 235] II-3
hefboom van de stijlentrekker hefboom: hęfbǫwm (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Laura, Julia]) De hefboom waarmee het huis van een stijlentrekker langs de tandheugel kan worden bewogen. [N 95, 593] II-5
heg, haag eikgracht: eikgracht (As), heg: (doornen, hulst e.d.)  heg (As), houtgracht: houtgracht (As), tuin: tuin is in dialekt huuf en huufke  tûn (As) haag || Omheining bestaande uit geschoren kreupelhout of struikgewas (heg, haag, hoftuin) [N 79 (1979)] III-2-1