e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koolzaadolie smout: smāu.t (As) De olie die uit koolzaad wordt geslagen. Al sinds lang gebeurt dit olieslaan uit kool-, raap- en lijnzaad niet meer op de boerderij, maar industrieel. In Limburg is smout de gebruikelijke term voor koolzaadolie; de idiotica en het WNT zijn wat ruimer: ook voor lijnzaadolie en zelfs voor plantaardige olie in het algemeen vindt men er de benaming ɛsmoutɛ, maar in het Truierlands heeft smout ook een zeer algemene betekenis, ook smeerolie wordt eronder verstaan. Bij raapsmout wordt, in Q 9 maar ook elders, uitdrukkelijk opgegeven: "ook koolzaadolie". [JG 1a, 1b; monogr.] I-5
kooplustig koopachtig: kòwpechtig (As) graag kopend, kooplustig [greeg, koopachtig] [N 89 (1982)] III-3-1
kooplustige vrouw opmaker: opmāker (As) een vrouw die niet zuinig is [maakop, konkel] [N 89 (1982)] III-3-1
koopwaar artikelen: artikele (As), koopwaar: kòwpwaar (As), marchandise (fr.): màrsjendĭĕs (As) die goederen die gekocht en verkocht kunnen worden [waar, koopwaar, spul, marchandise, kramerij, artikel] [N 89 (1982)] III-3-1
koor koor: koër (As) Koor. [ZND 01 (1922)] III-3-3
koordje i.p.v. knoopsgat litsje: litskə (As) een koordje i.p.v. een knoopsgat [N 59 (1973)] III-1-3
koorts koorts: kors (As, ... ), koͅrsə (As) koorts [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND m] III-1-2
koot boelee: bu`lę (As), koot: kū.t (As) Het korte been onmiddellijk boven de hoef, zowel van de voor- als achterpoot. 1Het is één van de belangrijkste lichaamsdelen van het trekpaard. Zie afbeelding 2.25. [JG 1a, 1b; N 8, 32.1, 32.2, 32.3, 32.7, 32.10, 32.14, 32.15 en 32.16] I-9
kop kop: kǫp (As) [JG 1a, 1b] I-9
kop op en neer schommelen (baltsverschijnsel) knikken: knikkə (As) Hoe benoemt men de volgende baltsverschijnselen van duiven: kop op en neer schommelen? [N 93 (1983)] III-3-2