18545 |
kuitbroek |
knieboks:
kniebóks (L417p As)
|
een kuit- of kniebroek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
22997 |
kunstenaar |
kunstenaar:
kinstenaer (L417p As)
|
Kunstenaar. [Willems (1885)]
III-3-2
|
32624 |
kunstmest |
chimique:
šǝmek (L417p As)
|
Onder kunstmest worden meststoffen verstaan, die - anders dan stalmest, compost, groenmest, gier e.d. - geen organische stoffen bevatten, maar kunstmatig, langs chemische weg bereid zijn. Van de opgesomde woordtypen lijken de meervoudsvormen de veelheid van kunstmestsoorten tot uitdrukking te brengen. Of en waar de woordtypen vette(n) en vreemde vette(n) als enkelvouds- dan wel als meervoudsvormen moeten worden opgevat, kon uit het materiaal niet worden opgemaakt. Met de typen gemengelde stoffen en alle mest ondereen wordt wellicht de zgn. mengmest of samengestelde kunstmest bedoeld, waarin zowel N (stikstof), als P (fosfor) en K (kali) voorkomen. Voorzover met een kunstmestterm uit deze opsomming een bepaalde soort kunstmest wordt (werd) aangeduid, is daarvan achter het nummer van de betreffende plaats melding gemaakt. Voor het (...)-gedeelte van de varianten hieronder zie men het lemma (stal)mest. [JG 1a + 1b + 1c; JG 2b - 4, 8; JG 2c; N 11, 23 + 24; N 11A, 61; N P, 9 + 10]
I-1
|
34509 |
kunstmoeder |
kunstmoeder:
kenstmoi̯ǝr (L417p As)
|
Het deel van de broedmachine waarin de kuikens opgefokt worden en dat hun de nodige warmte verschaft. [JG 1a; monogr.]
I-12
|
26443 |
kunststeen |
kunststeen:
kø̜.nsstęj.n (L417p As)
|
Nagemaakte, gegoten molensteen. De kunststeen is harder dan de natuursteen en vergt niet zoveel onderhoud. Als grondstof voor de kunststeen kunnen diverse steensoorten als carborundum, kwarts en amaril gebruikt worden. Het materiaal wordt gebroken, gesorteerd op fijnheid en met een speciale cement of kit in de gewenste vorm gegoten of geperst. Evenals de Franse steen bestaat de kunststeen uit twee lagen, een ballastlaag en een maallaag van ongeveer 15 cm waarin al kerven gegoten zijn met daartussen een zachtere vulling in een andere kleur. [N O, 17g; N O, 17f; Vds 185; Jan 175; Coe 118; Grof 140]
II-3
|
32105 |
kunststofplaat |
kunststofplaai:
kenstofplāj (L417p As)
|
Plaatmateriaal dat van kunststof is gemaakt of van een dun laagje kunststof is voorzien. De woordtypen formica, masonite, panolux en trespa zijn handelsmerknamen voor harde kunststofplaten. De eerste drie worden veel gebruikt voor het bekleden van keukenmeubilair en tafelbladen, terwijl de laatste vooral buitenhuis, bijvoorbeeld als bekleding voor boeiboorden en dakkapellen, wordt toegepast. [N 56, 8a-b]
II-12
|
19763 |
kurkentrekker |
stoppentrekker:
Eine stoppentrèkker deentsj òm stöp van flesse te trèkke
stoppentrèkker (L417p As)
|
kurketrekker
III-2-1
|
19632 |
kussensloop |
kustreksel:
keͅstrɛksəl (L417p As, ...
L417p As,
L417p As),
overtreksel:
overtreksel (L417p As, ...
L417p As,
L417p As)
|
de kussensloop (waarin het hoofdkussen wordt gestoken) [ZND 17 (1935)] || kussensloop [ZND 01 (1922)] || kussensloop; overtrek van een hoofdkussen [ZND 02 (1923)]
III-2-1
|
18869 |
kwaad weglopen |
met een stijve kop eweglopen:
met ⁄ne sti-jve kòp ewèglówpe (L417p As),
zich bijeenpakken:
zich bjejnpàkke (L417p As),
zijn biezen pakken:
zin bēze pàkke (L417p As)
|
kwaad weglopen [horsen, hoorsen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|