id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
33561 | pastinaak | pastenaken: WBD/WLD pastenaak (As), pastenakenpoten: pastenakepoëte (As) | De pastinaak, de vlezige wortel van de plant met dezelfde naam, die een aromatische smaak heeft (pastenaak, pannenakkerstrung). [N 82 (1981)] || pastinaak [ZND 05 (1924)] I-7 |
23237 | pastoor | pastoor (<lat.): pestuur (As), pəstu.r (As), m de pastoër (As) | Een pastoor, het geestelijk hoofd van een parochie [pestoeër]. [N 96D (1989)] || pastoor [RND] || Pastoor. [ZND 14 (1926)] III-3-3 |
23236 | pastorie | pastorie: de pasterie (As), pestrie (As) | De pastorij. [ZND 12 (1926)] || Het woonhuis van de pastoor, pastorie. [N 96D (1989)] III-3-3 |
20685 | patates frites | friet: frit (As), Ze kocht zich èè ti-jsje frit möt majenèès frit (As), frieten: fritten (As) | de staafjes aardappel die in vet gebakken en ook wel in zakjes verkocht worden? [DC 46 (1971)] || friet || frieten III-2-3 |
23296 | pater | pater (lat.): pa.tər (As) | pater [RND] III-3-3 |
24223 | patrijs | patrijs: patriez (As) | patrijs [Willems (1885)] III-4-1 |
27841 | patroon | cartouche: kǝrtuš (As [(Zwartberg / Waterschei)] [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) | Springstofpatroon. De springstofpatronen die in de mijn gebruikt worden, zijn ongeveer 12 tot 15 cm lang, hebben een diameter van ongeveer 3 cm en wegen 100 gram (Vanwonterghem pag. 87). [N 95, 424; N 95, 420; monogr.; Vwo 219; Vwo 588] II-5 |
23284 | patroonheilige, kerkpatroon | patroon (<fr.): het heeft de drie beteekenissen eine patroôn (As) | Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)] III-3-3 |
27845 | patroontas | poederzak: pujǝrzak (As [(Zwartberg / Waterschei)] [Eisden]) | Leren tas die men zorgvuldig kan sluiten en waarin men veilig springstof van het ondergronds magazijn naar het werkfront kan brengen. [monogr.; N 95, 421; Vwo 589; Vwo 611] II-5 |
28941 | patroontekenen | tekenen: tęjkǝnǝ (As) | Het zelf tekenen op papier van een knippatroon met de juiste maten en verhoudingen. [N 59, 48b] II-7 |