19400 |
pendule |
pendule:
péndŭŭl (L417p As)
|
Klok op de schoorsteenmantel (pendule, horloge) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
17717 |
penis |
buidel:
Meest alg.; tamelijk neutraal.
bygəl (L417p As),
geweer:
gəwīēr (L417p As),
lul:
lil (L417p As),
piemel:
pimməl (L417p As),
piemeltje:
Van kinderen.
pimməlkə (L417p As),
pisje:
Van kinderen.
piskə (L417p As),
poot:
pōēt (L417p As),
varken:
Plat, b.v. hee heet t verke owtgehaalt: hij heeft iem. zwanger gemaakt.
vèrkə (L417p As),
wijzertje:
Van kinderen.
wyzəkə (L417p As),
wyzərkə (L417p As)
|
[N 10c (1995)]
III-1-1
|
34116 |
penis van de stier |
staaf:
stā.f (L417p As)
|
Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b]
I-11
|
21415 |
pennenhouder |
pennenstok:
pennestek (L417p As)
|
pennenhouder [ZND 40 (1942)]
III-3-1
|
27627 |
penningen uitgeven |
médailles geven:
mǝdālis gē̜vǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zwartberg])
|
Controlepenningen uitreiken. Het uitgeven van de penningen geschiedde bovengronds. De zegsman uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat op vertoon van de penning de mijnwerker zijn lamp en gereedschap kon ophalen. Daarna gaf hij de penning af voordat hij in de lift stapte. Aan het eind van de dienst kon hij de penning bovengronds, later ondergronds weer van een bord nemen. De penning werd uiteindelijk bij het verlaten van de mijn in een bak bij de portier gedeponeerd. Zie voor de fonetische dokumentatie van de tussen haken geplaatste woorden het lemma Controlepenning. [N 95, 45]
II-5
|
27630 |
penningencontrole |
controle van de médailles:
kontrǫl van ǝ mǝdālis (L417p As
[(Waterschei / Zwartberg)]
[Zwartberg])
|
Het controleren van de penningen. Aan de hand van de controle kon worden vastgesteld welke mijnwerkers niet naar hun werk waren gekomen, maar ook of er bij het einde van de dienst mijnwerkers ondergronds waren achtergebleven. De invuller uit Q 3 merkt daarbij op dat in de mijnen in Winterslag en Waterschei de controle van de penningen door de "médailleur" zowel in de "médaillerie", de "lampisterie" als in de "beur" geschiedde. Uit de opgaven uit Q 111 , Q 112a, Q 117a en Q 121 blijkt verder dat de penningcontrole in de mijnen Oranje-Nassau I-IV, Laura, Julia en Domaniale gebeurde in de "penningboede" en de "markenboede" (zie het lemma Penningenlokaal). [N 95, 44; monogr.; N 95, 125; N 95, 47]
II-5
|
27633 |
penningencontroleur, penningenontvanger |
médailleur:
mǝdajø̄r (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Emma])
|
De man die de penningen innam voor controle. [N 95, 47; N 95, 44; N 95, 125; monogr.]
II-5
|
27626 |
penningenlokaal |
médaillerie:
mǝdālrej (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zwartberg])
|
Lokaal waar men de dienstpenningen uitdeelde. Uit de woordtypen "portier" en "portiersloge" blijkt dat dat uitdelen ook door de portier kon gebeuren. De informant van Q 111 vermeldt dat de term "markenboede" vroeger werd gebruikt. [N 95, 5; monogr.]
II-5
|
20844 |
pepermunt |
menta:
mentake: pepermuntje
menta (L417p As)
|
pepermunt
III-2-3
|
22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsdagen:
i-jsdaag (L417p As),
ijsheiligen:
i-jsheilige (L417p As)
|
de periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn [N 112 (2006)] || De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|