e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poot poot: pūǝ.t (As  [(mv pī)]  ), pūǝt (As) Tussen haakjes de meervoudsvorm. [JG 1a, 1b] I-11, I-9
pootgoed, pootaardappelen plantgoed: pla.nt˲gōt (As), pootgoed: pūǝt˲gōt (As) Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22] I-5
pop pop: pop (As), pûp (As) Een pop. [ZND 40 (1942)] || Pop. [Willems (1885)] III-3-2
pop, vrouwelijke zangvogel pop: póp (As) vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)] III-4-1
poppenspel poppenkast: popəkast (As) De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] III-3-2
populier (alg.) popelaar: poppəleer (As), populier: WBD/WLD  populier (As) De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || Hoe noemt U: populier [N 50 (1972)] III-4-3
porselein porselein: pastǝlęjn (As) Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.] II-8
portefeuille geldbuidel: (oudere benaming).  geldbiēgel (As), portefeuille (fr.): pòrtefui (As) de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)], [N 89 (1982)] III-3-1
portier garde: gart (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zwartberg]) De portier bewaakt dag en nacht de toegang tot de mijn. [N 95, 124; monogr.] II-5
portiersloge bij de planton: bej dǝ plantǫ̃ (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]) De ruimte waar de portier zich bevindt. Uit de woordtypen "penningcontrole", "penningenboede" en "markenboede" blijkt dat de portier ook soms de dienstpenningen uitgaf. [N 95, 4] II-5