e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringmeel ringmeel: ręŋk[meel] (As) Meel dat rondom de ligger in de steenkuip gevallen is. In l 288b verstond men onder ringmeel het meel dat rondom de stenen zat. Wanneer de stenen pas gescherpt waren en de molen opengebroken was geweest, gooide men er ringmeel over alvorens met malen te beginnen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømeelŋ het lemma ɛmeelɛ.' [N O, 37e; Vds 161; Jan 166; Coe 151; Grof 179; A 42, add.; A 42A, 48 add.] II-3
ringvinger ringvinger: rénkvinger (As) Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, iedekje, pillepoort). [N 84 (1981)] III-1-1
ringworm sint-catharina: Sinte-Kətri-jn (As) Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, springend vuur, ringelworm). [N 84 (1981)] III-1-2
rins amper: Oppen door waas buter amper gewure Het A.N. amper is benoa, kriê, bekans  amper (As), zurig: zōrig (As) lichtelijk zuur smakend (rins, zurig) [N 91 (1982)] || zuur, scherp van smaak III-2-3
riool goot: gét (As), riool: ri-jool (As), rioël (As) het stelsel van buizen en kanalen voor het afvoeren v an vuil water [riool, geul, grip] [N 90 (1982)] || Riool (onderaardse buis tot afvoer van vuil water, enz.). [ZND 06 (1924)] III-3-1
rit rit: rit (As), tocht: (fiets of paard).  tòcht (As) de afstand afgelegd te paard, per fiets, per auto of op de schaats (tocht, rit) [N 90 (1982)] III-3-1
ritselen ritselen: ritsele (As), roezen: róuse (As) een zacht, onregelmatig, schuifelend, ruisend of krakend geluid geven [ritselen, rispelen, snirsen, krimmelen] [N 91 (1982)] III-4-4
riviergrondel geuvie: WBD/WLD  geuvie (As), gieweik: giêweik (As, ... ) geuf (vis) || grondel (vis) || Hoe noemt u de grondel: een zoetwatervisje dat voorkomt in stromend en stilstaand water. Het is langgerekt van vorm en heeft één paar voeldraden aan de bek. Op de rug en flanken is het donker gevlekt en gestippeld met een groene of blauwachtige weerschijn [N 83 (1981)] III-4-2
robinia acacia: WBD/WLD  akasia (As) De acacia; heeft 10-35 cm. grote varenachtige bladeren samengesteld uit deelblaadjes van 3-5 cm lengte; in het begin van de zomerdraagt de boom hangende bloemtrossen; de takken wijzen soms naar boven (acacia, asdoorn). [N 82 (1981)] III-4-3
rode aalbes rode beren: roej biere (As), De vrucht van een aalbessenstruik (bes, zembes, troskesbes, zeebes, bezing, aalbeer, miemer).  rōēj bīēre (As), verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  rooi beer (As), rooi biër (As), WBD/WLD = rode aalbes  rōēi bīērə (As, ... ) aalbes [N 82 (1981)], [ZND 01 (1922)] || rode aalbes [N 92 (1982)], [ZND 01 (1922)] I-7