| 28799 |
serge |
serge:
šɛrš (L417p As)
|
Licht gekeperde wollen stof waarvan de inslag minder glad en minder dicht is dan de ketting en slechts weinig in het gezicht komt. Volgens de informant van Q 16 is sergette serge waarin zijde is verwerkt. [N 62, 75d; N 59, 201]
II-7
|
| 19778 |
sering |
meibloem:
meiblome (L417p As),
-
meibloem (L417p As, ...
L417p As),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
meibloom (L417p As),
pinksterbloem:
-
pinksterbloem (L417p As, ...
L417p As),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal; aan ZND 02 is hier toegevoed het materiaal van ZND 15 (1930), 022
pinksterbloom (L417p As)
|
sering || Syringa vulgaris, Fr. Lilas [ZND 02 (1923)]
I-7, III-4-3
|
| 19401 |
servies |
servies:
servīēs (L417p As),
Hiêrt dèè uich bi-j het servi-js: hoort die ook bij het gezelschap
servi-js (L417p As)
|
Bij elkaar horend vaatwerk voor eten en drinken (servies, gleiswerk, breekwerk) [N 79 (1979)] || servies
III-2-1
|
| 19385 |
sierkleedje, antimakassar |
doekje:
(zeldzaam)
deekske (L417p As)
|
Gehaakt kleedje of lapje over de rugleuning van stoel of canapé (lapje, kleedje) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 20569 |
sigarenpijpje |
sigarenpijpje:
siārepi-jpke (L417p As)
|
sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 24242 |
sijs |
sijs:
sèisen (L417p As),
sijsje:
sijske (L417p As)
|
sijs [Willems (1885)], [ZND m]
III-4-1
|
| 17752 |
sik |
sik:
sik (L417p As),
sikkenbaard:
sikkebaard (L417p As)
|
Een sikje (puntig baardje aan de kin). [ZND 06 (1924)]
III-1-1
|
| 28694 |
sikkel |
zekel:
zēkǝl (L417p As)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
| 27650 |
silicose, stoflongen |
stof op de longen:
stof ǫp ǝ loŋǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Stoflongziekte. Bij mijnwerkers voorkomende beroepsziekte, bestaande in het afzetten van steenstof in de longen. [N 95, 962; N 95, 963; monogr.]
II-5
|
| 20791 |
sinaasappel |
appelsien:
appelsien (L417p As)
|
sinaasappel [ZND 40 (1942)]
III-2-3
|