28894 |
stikmachine |
stikmachine:
stekmǝšin (L417p As)
|
De machine waarmee men het stikwerk verricht. "Het stikken gebeurt tegenwoordig met uitzondering van het zware waterwerk, dat met de hand wordt gestikt, met een machine, in hoofdzaak van het zelfde model als de gewone naaimachine, alleen zwaarder gebouwd." (Directie, pag. 299). Een linkse-arm-machine duidt op het feit de de arm van de machine in dit geval links van de werkende persoon staat, hetgeen het werken zeer ten goede komt, omdat hierdoor hand noch oog gehinderd worden (zie Knöfel I, pag. 258). [N 60, 63; N 60, 237]
II-10
|
28859 |
stikzijde |
stikzij(de):
stekzi-j (L417p As)
|
Zijdegaren om mee te stikken of te naaien. [N 59, 7c; N 59, 7a; N 62, 57]
II-7
|
25212 |
stille regen |
knoeien:
werkwoord.
knūūje (L417p As)
|
stille regen (vooral met sneeuw) [slek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17738 |
stinken |
een geur hebben:
ene géér hebbe (L417p As),
stinken:
stinke (L417p As)
|
Stinken: een vieze reuk van zich geven (stinken, rieken, ruiken, muffen, dassen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
24565 |
stinkende gouwe |
wrattenkruid:
WBD/WLD
vràttəkrówt (L417p As)
|
Stinkende gouwe (chelidonium majus 30 tot 90 cm grote, behaarde plant. De bladeren zijn diep ingesneden, soms bijna samengesteld, met grof gekartelde blaadjes, de onderkant is blauwgroen; de bloemen groeien in schermen, met 4 gele kroonbladeren en 2 spo [N 92 (1982)]
III-4-3
|
31693 |
stobbe |
stobbe:
stob (L417p As),
stǫp (L417p As),
stok:
stǫk (L417p As),
stronk:
stroŋk (L417p As),
stuk:
støk (L417p As),
tronk:
troŋk (L417p As),
vot:
vǫt (L417p As),
wortel:
wortel (L417p As)
|
Stronk van een gekapte boom die met het wortelstelsel nog in de grond zit. [N 50, 7e; N 75, 87c; A 45, 35; N 16, add.; monogr.]
II-12
|
19708 |
stoel |
stoel:
stōl (L417p As),
stōl (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits]),
Eme(s) van zi-jne stool kalle: zeer wel bespraakt zijn Eets neet onder steel of benk stèke: het niet verbergen
stool (L417p As),
meervoud steel
stool (L417p As)
|
Console waarop de draagrollen van een transportband zijn bevestigd. [N 95, 637; N 95, 641] || stoel [ZND 07 (1924)]
II-5, III-2-1
|
19831 |
stoelpoot |
poot:
pūt (L417p As),
stumpel:
het woord is verwant aan stiepel (meubelpoot)
stimpel (L417p As)
|
de poot van een stoel || stoelpoot [N 56 (1973)]
III-2-1
|
18775 |
stof |
stof:
stuf (L417p As)
|
stof [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
19430 |
stof afnemen |
afstoffen:
ááfstóffe (L417p As),
stof vegen:
stófvéége (L417p As)
|
Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|