e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stolp kaasstolp: kiêsstölp (As, ... ) glazen klok waaronder kaas wordt bewaard || stolp III-2-1
stomdronken keizat: kejzaat (As), schupzat: sjöpzaat (As) straalbezopen III-2-3
stomverbaasd aan de grond genageld: aan de grónd genéégeld (As), paf: paf (As) zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)] III-1-4
stoof, voetenwarmer houille-pot: met vuurpot  ø͂ͅi̯lpoͅt (As) voetbankje [ZND 02 (1923)] III-2-1
stoomstrijkijzer stoomijzer: stǫwmi-jzǝr (As) Strijkijzer met water erin dat tijdens het strijken verdampt tot stoom die uit openingen in de zoolplaat komt, om het strijkgoed te bevochtigen. [N 59, 21d; N 59, 20] II-7
stoop, maat van 1/16 anker stoop: (= stenen fles voor jenever, meestal 1 l.).  stōēp (As) de maat die een inhoud aangeeft van ± 2 lier = 1/16 anker (zie vraag 144) [stoop] [N 91 (1982)] III-4-4
stoot stoot: stūǝt (As) Het ijzeren plaatje dat bij winterbeslag tegen het uitglijden vóór onder het hoefijzer wordt geplaatst. In P 174, P 224 en Q 182 was de stoot onbekend, in K 353 werden in plaats van een plaatje één of twee schroeven aan de voorzijde van het hoefijzer bevestigd. [N 33, 357; JG 1a; JG 1b; JG 1d; monogr.] II-11
stootring as: as (As) Verdikking van de as tussen de asarm en het asblok waardoor het wiel op een veilige afstand van het asblok gehouden wordt. De stootring kan met de as worden meegegoten maar er ook als een los element om bevestigd zijn. [N 17, 52 + 54 + add; N 18, 98d + 99; N G, 49a, 53f; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; L 20, 20a; L 39, 21 + 22; A 4, 20a; Wi 15; monogr.] I-13
stop stop: stòp (As) Voorwerp dat een wastafel afsluit om te voorkomen dat het water wegloopt (stop, stopsel) [N 79 (1979)] III-2-1
stop, zekering plomb (fr.): plo͂o͂ (As) Voorwerp dat elektrische stroom onderbreekt zodra die te sterk wordt (stop, plon) [N 79 (1979)] III-2-1