17731 |
tranende ogen |
leepogen:
leipoug (L417p As)
|
leepoog [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
28231 |
transport |
transport:
transpǭr (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Zolder])
|
Algemene benaming voor alles wat in het ondergronds bedrijf verband houdt met het vervoeren van personeel, materiaal, kolen en stenen. [N 95, 610; N 95, 611; monogr.; Vwo 787; Vwo 827]
II-5
|
28367 |
transportband, bandtransporteur |
meco:
miko (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Domaniale]),
riem:
rēm (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden])
|
Band zonder einde die tussen twee keerrollen en over een aantal draagrollen loopt. De band dient voor het transport van kolen of stenen en in sommige gevallen ook voor het vervoer van personen. Het woordtype "meco" van de respondenten uit L 417 en Q 3 duidt op de naam van de firma die de banden fabriceert (Defoin pag. 92). [N 95, 635; Vwo 89; Vwo 661; Vwo 788]
II-5
|
28384 |
transporteurmotor |
moteur:
mǫtø̄r (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
De motor van een kettingtransporteur. De opgaven "gustomotor" en "beienmotor" uit Q 21 duiden de motor van de transporteurs van respektievelijk de fabrieken Gusto en Beien aan. [N 95, 605b]
II-5
|
17928 |
trant |
gang:
gànk (L417p As)
|
gang: Wijze van gaan (gang, trant). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19378 |
trap |
trap:
trap (L417p As, ...
L417p As),
tràp (L417p As)
|
Elk der boven elkaar gelegen en terugwijkende opstapjes die samen een trap in een huis vormen, waarlangs men naar een andere verdieping kan gaan (trede,tree,trap) [N 79 (1979)] || trap [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
19809 |
trapleuning |
leun:
lē̜n (L417p As)
|
Geprofileerde lijst die bij het op- en afgaan van de trap als steun kan worden gebruikt. De trapleuning wordt boven de buitenboom tegen de muur aangebracht of boven de binnenboom op balusters bevestigd. [N 55, 136; Wi 13b; L 12, 6; L 37, 31; monogr.]
II-9
|
19755 |
traploper |
loper:
leiper (L417p As),
luiper (L417p As),
bijv. in de gang of op de trap
luiper (L417p As),
Ze hauwe de ruje leiper inne körk gelagd
leiper (L417p As)
|
lang en smal tapijt || loper || tapijt
III-2-1
|
17958 |
trappelen |
trappelen:
trappele (L417p As),
trippelen:
trippele (L417p As, ...
L417p As)
|
Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19903 |
trapportaal |
overgang:
īəvərgaŋk (L417p As)
|
trapportaal [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|