e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tranende ogen leepogen: leipoug (As) leepoog [ZND 01 (1922)] III-1-1
transport transport: transpǭr (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zolder]) Algemene benaming voor alles wat in het ondergronds bedrijf verband houdt met het vervoeren van personeel, materiaal, kolen en stenen. [N 95, 610; N 95, 611; monogr.; Vwo 787; Vwo 827] II-5
transportband, bandtransporteur meco: miko (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Domaniale]), riem: rēm (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden]) Band zonder einde die tussen twee keerrollen en over een aantal draagrollen loopt. De band dient voor het transport van kolen of stenen en in sommige gevallen ook voor het vervoer van personen. Het woordtype "meco" van de respondenten uit L 417 en Q 3 duidt op de naam van de firma die de banden fabriceert (Defoin pag. 92). [N 95, 635; Vwo 89; Vwo 661; Vwo 788] II-5
transporteurmotor moteur: mǫtø̄r (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) De motor van een kettingtransporteur. De opgaven "gustomotor" en "beienmotor" uit Q 21 duiden de motor van de transporteurs van respektievelijk de fabrieken Gusto en Beien aan. [N 95, 605b] II-5
trant gang: gànk (As) gang: Wijze van gaan (gang, trant). [N 84 (1981)] III-1-2
trap trap: trap (As, ... ), tràp (As) Elk der boven elkaar gelegen en terugwijkende opstapjes die samen een trap in een huis vormen, waarlangs men naar een andere verdieping kan gaan (trede,tree,trap) [N 79 (1979)] || trap [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)] III-2-1
trapleuning leun: lē̜n (As) Geprofileerde lijst die bij het op- en afgaan van de trap als steun kan worden gebruikt. De trapleuning wordt boven de buitenboom tegen de muur aangebracht of boven de binnenboom op balusters bevestigd. [N 55, 136; Wi 13b; L 12, 6; L 37, 31; monogr.] II-9
traploper loper: leiper (As), luiper (As), bijv. in de gang of op de trap  luiper (As), Ze hauwe de ruje leiper inne körk gelagd  leiper (As) lang en smal tapijt || loper || tapijt III-2-1
trappelen trappelen: trappele (As), trippelen: trippele (As, ... ) Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen). [N 84 (1981)] III-1-2
trapportaal overgang: īəvərgaŋk (As) trapportaal [ZND 12 (1926)] III-2-1