e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veel drinken doorlaten: voor alles wat in overdaad gedaan wordt: snäaje, ‘m nèje, ‘m pééke, ‘m legäaje, ‘m tokke. van café tot café gaan: bómmele, òppe zwàdder zeen, òppe lèp zeen,kepèlkes make, lever in ‘n klèj kepèlke es nao ‘n grute kérk goen.  dūūrlaote (As), kandelen: Ich zaat möt eine straffe kater, want staags van vèèrs hauw uis "kòmpeni-j"dureweg gekaanjeldsj  kaanjele (As), lampetten: lampötte (As), làmpètte (As), zuipen: zoepen (As), zowpe (As), zūpə (As) drinken; Hoe noemt U: Veel en met graagte drinken (loeriën, leerzen) [N 80 (1980)] || stevig doordrinken || zuipen (overmatig drinken) [ZND 08 (1925)] III-2-3
veel moeten betalen <omschr.> iemand lelijk in de portomonnee: déé hébbe ze lielik in zinne portemonnee gezééte (As) veel kosten hebben, veel moeten betalen [brokken] [N 89 (1982)] III-3-1
veel te wijde broek brede boks: brej bóks (As) een broek voor een gezet figuur [N 59 (1973)] III-1-3
veelvraat vreetzak: vréétzàk (As) veelvraat; Hoe noemt U: Iemand die gulzig is, gulzigaard (vraat, fretter, veelvraat, doorjager) [N 80 (1980)] III-2-3
veenlaag broek: brook (As) laag veen, tussen moer en zand [derring, moes] [N 81 (1980)] III-4-4
veer pluim: plóum (As), plûm (As), veer: vāēr (As), vèèr (As) pluim || veer, pluim || veer, veder [Willems (1885)] || veer: elk der huidbekleedsels van een vogel bestaande uit een buisje dat aan weerszijden baarden en baardjes draagt (pluim, veer) [N 83 (1981)] III-4-1
veerpont pont: ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft (dus tussen rechte haken!).  pónt (As), veer: véér (As) het vaartuig dat dient om voertuigen, personen enz. over een rivier te voeren [pont, veer, pomp, overzet, overzetter, overlaat, vlot] [N 90 (1982)] III-3-1
veevoer verzamelen kruiden: krui̯ǝ (As), krūi̯ǝ (As), plukken: plękǝ (As) Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.] I-11
vegen, keren bezemen: besseme (As), keren: kiêre (As, ... ), kīēre (As) Door strijken met een bezem, borstel van stof reinigen (keren, vegen, wissen, vagen) [N 79 (1979)] || met de bezem vegen || schoonvegen || uitkeren III-2-1
veiligheidslamp benzinlamp: bǝnzenlamp (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Maurits]), smoutpot: smǫwtpǫt (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zwartberg]) Benzinemijnlamp, werd vroeger gebruikt voor de verlichting ondergronds. Tegenwoordig dient hij om te controleren of er mijngas op het werkpunt aanwezig is. De benzinelamp berust op de ontdekking van de Engelse natuurkundige Davy. Deze stelde vast, dat een gasvlam niet door een stuk fijn gaas sloeg, wanneer hij dit gaas boven de vlam hield; zelfs niet wanneer er mijngas boven dit gaas aanwezig was. Een benzinelamp kan dus tijdelijk in een mengsel van lucht en mijngas branden, zonder dat dit mengsel ontstoken wordt (Handb. H. pag. 17). Op de mijn Maurits maakten volgens de invuller uit Q 15 de schiethouwer en de meesterhouwer gebruik van de veiligheidslamp, terwijl de dienstdoende opzichter in het bezit was van een koperen veiligheidslamp (zie het lemma Koperen Mijnlamp). [N 95, 242; N 95, 263; monogr.; Vwo 112; Vwo 717] II-5