| 20913 |
champignon |
champignon:
sjabbeljòng (L417p As, ...
L417p As),
Sjabbeljòngkes kan men inne sop doon of in de saus
sjabbeljòng (L417p As),
champignonnetje:
WBD/WLD
sjàmpəljónnəkə (L417p As)
|
champignon || Champignon: een eetbare witte paddestoel met aanvankelijk rozige, later donkere, purperbruine plaatjes en sporen, het is de meest gekweekte paddestoel (kampernoelje, kampernoelie, duivelsbrood, pampernoelie, dolhondenbrood, champignon). [N 92 (1982)] || kampernoelie
III-2-3, III-4-3
|
| 19943 |
chrysant |
allerheiligenbloem:
WBD/WLD
àllərhejligəbloom (L417p As),
chrysant:
WBD/WLD
krisànt (L417p As)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 92 (1982)]
III-2-1
|
| 20545 |
cichorei |
cichorei:
sikorei (L417p As),
sjekrèj (L417p As, ...
L417p As),
sjikrèj (L417p As, ...
L417p As),
Men hoort ook wel sòkkerei Fr. chicorèe
sikorei (L417p As),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m
šəkərei (L417p As),
sokkerij:
sjòkrèj (L417p As),
suikerij:
sjòkrèj (L417p As),
soekerei (L417p As),
šəkərei (L417p As)
|
cichorei [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] || suikerij || surrogaat voor de koffie
I-7, III-2-3
|
| 28224 |
cilinderglas |
glas:
glās (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden])
|
Het cilinderglas van de veiligheidslamp. [N 95, 244; monogr.]
II-5
|
| 22686 |
circus |
cirque (fr.):
serk (L417p As),
sirk (L417p As)
|
een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel] [N 112 (2006)] || Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
sirkəl (L417p As),
kar:
kàr (L417p As),
reep:
(= ring om karrewiel).
rèjp (L417p As),
ring:
rénk (L417p As, ...
L417p As)
|
de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 33518 |
citroenmelisse |
citroenkruid:
sitroenkraot (L417p As),
WBD/WLD = citroenmelisse
sətrŏĕnrkrówt (L417p As, ...
L417p As),
WBD/WLD ó even gesloten als oo
setroenkrówt (L417p As)
|
citroenmelisse [N 92 (1982)] || Citroenmelisse (melissa officinalis de sterk naar citroen geurende blaadjes van deze plan gebruikt men in soepen, sausen en bij de inmaak van diverse artikelen, o.a. haring en paling (citroenkruid, averiet, averoen, melisse). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 21957 |
coccidiose |
coccidiose:
Coccidiose (L417p As),
kòksĭĕdjoos (L417p As)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Coccidiose: een ziekte in de darmen, vooral bij jongen, met als symptomen: diarree, grote dorst en steeds dunnere uitwerpselen. Er kunnen blijvende letsels zoals een krom borstbeen van overblijven. Ook volwas [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 24406 |
cocon |
pop:
WBD/WLD ó even gesloten als oo
póp (L417p As, ...
L417p As)
|
Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)]
III-4-2
|
| 28397 |
cokes |
coque:
kǫk (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits])
|
Brandbaar produkt dat overblijft wanneer steenkool door droge destillatie van haar vluchtige bestanddelen wordt ontdaan. [N 95, 469]
II-5
|