e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

Gevonden: 5248
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druilerig en koud weer bijzig: bi-jzig (As), daar zit regen in de lucht: d⁄r zit réégen in de lòcht (As), nat (weer): niet strikt gescheiden van antwoord bij vraag 12b.  naat (As), Zegsw. "Ich hauw gèè driêg of gèè naat aan mee li-jf"= ik was doornat. Weerspreuk: "Is Mei keel en naat, brèngt hèè kuren in het vaat".  naat (As), natsig (weer): zelfst.nw.: naatsigheid of natigheid. Opm.: deze vorm op "-sig"komt vaker voor in het Br. dialect.  naatsig (As), nattig (weer): nātig (As), regenachtig (weer): réégenèchtig wéér (As), vors (weer): niet strikt gescheiden van antwoord bij vraag 12a.  vòrs (As) nat || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || nattig, vochtig || regenachtig || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
druiventros druiventros: droeventros (As, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)] I-7
druk praten druk hebben: het drek hebbe (As), het vlak hebben: het vlaak hebbe (As) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1
drukken duwen: dówe (As) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukte maken beschaar maken: mooste iêver zuu ein bagatel zuvèèl besjaar make  besjaar make (As), tamtam maken: tàmtàm māke (As) drukte maken || drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)] III-1-4
drukte, gedoe ambras: Fr. embras Mote ze doa nûw zuvèèl ambras viêr make  ambras (As), begankenis: (= veel vòlk).  begànkenis (As), beschaar: besjaar (As), drukte: drékte (As), geturbel: cf. WNT XVII-2 kol. 4089 s.v. "turbel (I) - torbel  getörbel (As), laweit: Moot hèè nûw iêver zuu ein bagatel zuvèèl lewejt make  lewejt (As) drukte || drukte, gedoe, met de nevengedachte aan moeilijkheden || een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] III-1-4
druktemaker ambrasmaker: En dit waas neet good, en det meeste ve anders doon, en sie en la: het waas dèèn ambrasmèker nuuts good  ambrasmèker (As), beschaarmaker: is dèè vent toch eine besjaarmaker (of vero.-mèker) synoniem: ambrasmaker (-verkuiper)  besjaarmaker (As), kaskenademaker: kiskenademèker (As), laweitmaker: lewejtmèker (As), laweitzak: lewejtzak (As), schreeuwer: sjriêver(d) (As), schreeuwerd: sjriêver(d) (As) drukte maken || druktemaker || druktemaker; iemand die kort aangebonden is en zich dan telkens druk maakt III-1-4
druphoning gedrupte honing: gǝdręp˱dǝn hūǝ.neŋ (As) Honing die verkregen wordt door de volle raten in een warm vertrek op een zeef te leggen of ze in een fijne neteldoek langs een warme kachel (L 416) te hangen. De honing laat men uitlekken om ze vervolgens op te vangen. De raten moeten daartoe wel eerst ontzegeld zijn. [N 63, 116a; JG 1a; monogr.] II-6
druppel drup: drep (As, ... ), drép (As), druppel: dréppel (As) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
dubbelkettingtransporteur pantser: pansǝr (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zwartberg]) Transportinrichting voor hellend en dalend vervoer van kolen, stenen en materiaal. "Het bestaat uit een lange stilstaande ijzeren goot met omgeplooide zijden, in deze zijden zijn er twee kettingen die langs onder terugkeren. Deze twee kettingen zijn verbonden met schraapijzers die de losgemaakte kolen meenemen. De pantser wordt automatisch tegen het voortschrijdend front geschoven door persluchtcylinders. Het toestel is betrekkelijk nieuw" (Vanwonterghem pag. 169). Het woordtype "pantser" is terug te voeren op het feit dat het apparaat gewoonlijk als zijwanden een paar stevige ijzeren platen heeft. De transporteur kan als geleiding dienen voor een schaafploeg (zie het lemma Koolploeg, Koolschaaf). De woordtypen "gusto", "beien" en "prünte" duiden de fabrikanten van de apparaten aan. De dubbelkettingtransporteur vertoont enige gelijkenis met de schraapgoot. Daarom is een aantal opgaven uit dit lemma terug te vinden in het lemma Schraapgoot. [N 95, 657; N 95, 604; monogr.; Vwo 581; Vwo 582; Vwo 583] II-5