33192 |
dubbelschaar van de aanaardploeg |
schalm:
šalm (L417p As)
|
Zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma Aanaardploeg. [N 11A, 83b; monogr.; add. uit N 12, 25]
I-5
|
26618 |
duf worden |
verdoffen:
vǝrdofǝ (L417p As)
|
Duf worden, gezegd van meel. [JG, 1a]
II-3
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
die doef es taam, ⁄n taam doef (L417p As),
doef (L417p As, ...
L417p As,
L417p As),
doev (L417p As),
duf (L417p As),
dūf (L417p As),
dóuf (L417p As)
|
Duif. [Goossens 1a (1955)], [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 08 (1925)], [ZND m] || Tam, mak. "Die duif is tam, een tamme duif. [ZND 07 (1924)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21933 |
duif bleek met allerlei kleurschakeringen |
bleke, een -:
blèike (L417p As),
bont (bn.):
bónt (L417p As)
|
Hoe noemt men een duif bleek met allerlei kleurschakeringen (bont)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22171 |
duif die aan een leervlucht deelneemt |
opleerduif:
òplīērdóuf (L417p As)
|
Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: een duif die aan een dergelijke vlucht deelneemt [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22130 |
duif die bij de middelmaat geklasseerd is: in de middenmoot (vliegen) |
midden in de prijzen:
midde in de pries (L417p As)
|
een duif die bij de middelmaat geklasseerd is? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22160 |
duif die in de eerste prijzen valt |
kopduif:
kop doef (L417p As),
kòpdóuf (L417p As)
|
een duif die in de eerste prijzen valt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22009 |
duif die net buiten de prijzen valt |
overduif:
iever doef (L417p As)
|
de eerste duif die net buiten de prijzen valt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22170 |
duif die niet meer aankomt na de wedstrijd |
achterblijver:
àchtərbli-jvər (L417p As)
|
niet meer aankomen na de wedstrijd? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21982 |
duif die normaal op korteafstandsvluchten vliegt |
vitesseduif:
vetes doef (L417p As)
|
Hoe heet een duif die normaal vliegt: op korte afstandsvluchten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|