34492 |
kakelen |
kakkedeiken:
kekǝdø̄kǝ (P169p Attenhoven, ...
P169p Attenhoven)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een kip. Dit lemma is onderverdeeld in geluiden die de kip maakt: (1) voordat ze een ei gaat leggen; (2) nadat ze een ei gelegd heeft. [N 19, 46; L 34, 12; L 34, 13; Vld.; N 18, add.; monogr.]
I-12
|
21283 |
kerel |
kerel:
da es eine rage keijal (P169p Attenhoven)
|
dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)]
III-3-1
|
21461 |
kibbelen |
tegeneen zijn:
ze zēn wier tegenien (P169p Attenhoven)
|
Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
29843 |
kippen |
hennen:
henǝ (P169p Attenhoven)
|
De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.]
I-12
|
34486 |
kippenveer |
pluim:
plø̜i̯m (P169p Attenhoven),
pluimpje:
plø̄mkǝ (P169p Attenhoven),
plɛmkǝ (P169p Attenhoven)
|
[L 5, 49; Vld.; monogr.]
I-12
|
21353 |
kletsen |
lameren:
Van Dale: lameren, (gew.) kletsen, de tijd verbabbelen.
lameeren (P169p Attenhoven)
|
praten, klappen, kallen [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
18230 |
klomp |
klomp:
klump (P169p Attenhoven)
|
In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.]
II-12
|
34058 |
koe |
koe:
kui̯ (P169p Attenhoven, ...
P169p Attenhoven)
|
Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s]
I-11
|
21567 |
kolonel |
kolonel:
kolonel (P169p Attenhoven)
|
Kolonel. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
18794 |
kousenwol |
wol:
wol (P169p Attenhoven)
|
hoe heet het wollen garen waarmee kousen worden gebreid ? [ZND 42 (1943)]
III-1-3
|